Laat ik beginnen met een cliché: jongetje of meisje, het maakt mij niet uit, als het maar gezond is. Een jongetje krijgen zou geweldig zijn en een meisje krijgen zou fantastisch zijn, uiteindelijk wordt ons kind in beide gevallen vast heel eigenzinnig, grappig, lief, ongeduldig en een tikkeltje temperamentvol, onze genen een beetje kennende. Maar… dat gezegd hebbende leek het me wél heel leuk voor Olivier als het dit keer een jongen zou zijn. Als ik al twee jongens had gehad, zou ik bij de derde óók stiekem hopen op een meisje. Het is toch altijd leuk om je eigen jeugd nog eens dunnetjes over te doen met je eigen kind, en als het een beetje dezelfde voorkeuren heeft als jij (want, hoe genderneutraal we tegenwoordig ook behoren op te voeden, ik zie toch echt typische ‘meisjesvoorkeuren’ bij mijn meisjes en die had ik vroeger ook), dan is dat helemaal leuk.

Daarbij had ik – zoals beschreven in mijn vorige blog – drie keer een droom gehad dat er nog een kindje kwam en alle drie de keren had ik daar een duidelijk jongetjesgevoel bij. Hoewel de laatste droom alweer meer dan een jaar geleden was, had ik daarom toch het gevoel dat het een jongen zou worden, hoewel dromen natuurlijk niet altijd voorspellend zijn. En omdat ik me in al die dromen zo gelukkig voelde – samen met Olivier zwevend op een roze wolk die we in onze vorige kraamtijd toch enigszins hebben gemist – had ik ook een lichte voorkeur ontwikkeld voor een jongen. Niet omdat een jongen me leuker leek, maar omdat die roze wolk me zo aansprak.

Pretecho’s vond ik altijd een beetje onzin, tot ik ontdekte hoe weinig echo’s je krijgt tijdens de zwangerschap van maar één baby. Ik weet niet meer hoeveel we er de vorige keer kregen, maar ik gok een stuk of twintig, vijfentwintig. En bij een eenling krijg je er maar twee! Of drie in mijn geval, want met zeven weken kreeg ik wel een extra echo. Deze zwangerschap heb ik besloten vol te gaan voor alle zwangerschapsclichés omdat ik daar vorige keer geen tijd voor had. Dus: eindeloos naar de Hema om babykleertjes te kijken, een uitgebreide zwangerschapsshoot, een baby shower (geen gender reveal party, dat gaat me te ver), nadenken over het interieur van de babykamer, en dus ook een pretecho. Alleen dat woord ‘pret’ vond ik ineens al zo prettig, aangezien een echo bij mijn tweelingzwangerschap meestal ‘alarm’ betekende.

Dus gingen we deze week naar de echokliniek, in de volle overtuiging dat we dit keer misschien wel een jongen zouden krijgen. Omdat ik jongensnamen bedenken echt een crime vind, hadden we ons ook voornamelijk daarop gefocust en al een prima top drie samengesteld. Wat meisjesnamen betreft waren we niet verder gekomen dan een slordige top twintig vol met ‘misschiens’. En dan de tasjes vol meisjeskleertjes die ik aan het begin van mijn zwangerschap nog had weggedaan! Opgeruimd staat netjes en die jongen kon toch geen jurkjes aan. Hahaha. 

‘It’s a girl,’ zei de echoscopiste monter, nadat ze had geconstateerd dat de baby goed groeide en zich prima ontwikkelde. Wáát?! Een meisje? Persoonlijk dacht ik toch echt ergens een piemel te zien, maar goed, ik heb natuurlijk niet doorgeleerd voor dit vak. ‘Dat zat er dik in,’ zei Olivier, toch een tikje teleurgesteld. Gelukkig was die teleurstelling algauw vergeten toen we zagen wat een prachtige baby er nu al in mijn buik zit en dat alles erop en eraan lijkt te zitten, voor zover nu al te zien. En hoe fantastisch is het dat we straks weer zo’n lief meisje in onze armen mogen sluiten? Het enige waarin ik teleurgesteld was, was mijn gebrekkige vermogen om voorspellend te dromen over mijn eigen leven (bij zwangerschappen van anderen kan ik het wel). Maar zoals ik al schreef in mijn vorige blog: je kunt niet alles manifesteren. Blijkbaar wilde er weer een meisje bij ons komen en toevallig heeft niets in mijn leven me tot nu toe zoveel vreugde gebracht als het mogen zien opgroeien van de twee meisjes die we nu al hebben. Die trouwens helemaal in de wolken zijn dat ze nog een zusje krijgen. De één wilde sowieso per se een zusje en de ander zei de ochtend van de echo dat ze toch óók heel erg graag een zusje wilde. ‘Ik zei toch dat ik een zusje wilde,’ zei de dochter die het liefst een zusje wilde tevreden toen ze de uitslag hoorde. ‘Nu kunnen we babykleertjes kopen!’ juichte de ander.

Een huis vol vrouwen dus, vijf in totaal, als je Momo de poes meerekent. Gelukkig hebben we ook nog een rode kater. Die steevast bij Olivier op schoot gaat liggen – mannen onder elkaar. Die gaan vast nog veel aan elkaar hebben de komende tijd.

LEES OOK: Hoe ik mijn zwangerschappen manifesteerde

Janneke Jonkman

Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'. 

O jee, het zijn er twee

Hét boek voor beginnende en ervaren tweelingmoeders, vol ontroerende verhalen en handige tips. 

Hierna lezen:

Het tweelingleed dat afzwemmen heet

@plaatjesvanluka

@roosss0.0

@marchettinina

@nmisslinger

Deel deze blog: