Annemarie vertelt: 10 tips voor meer balans in je leven als (tweeling)ouder

Een tweeling druk? Niet als je structuur hebt! Annemarie Geerts heeft een tweeling én nog zes kinderen en toch is haar huis altijd opgeruimd, runt ze intussen nog @demammavan én publiceerde ze een boek. Ik vroeg haar om haar 10 beste tips.

Annemarie heeft ondanks haar grote gezin alles op een rijtje: elke avond is haar huis weer aan kant, elke week lapt ze de ramen, ze heeft het nog steeds leuk met haar man en tussen de thuisbedrijven door runt ze ook nog de succesvolle Instagram-account @demammavan én schreef ze een boek. Ik interviewde Annemarie al eens voor mijn tweelingboek O jee het zijn er twee, maar inmiddels heeft ze nog een kind erbij én schreef ze een boek. Tegelijkertijd lijkt ze helemaal haar draai te hebben gevonden in haar drukke gezinsleven. Hoe houdt ze toch al die ballen in de lucht?

Het liep in haar leven niet altijd zo op rolletjes, vertelt ze me. Na de geboorte van de tweeling stond ze met één been in een depressie, omdat de zwangerschap en geboorte zo heftig waren. Toen de tweeling 2,5 jaar oud was, werd ze verliefd op een andere man. Voor Annemarie een teken dat er iets moest veranderen. Samen met haar man Maarten lukte het om hun leven opnieuw uit te vinden. Meer structuur bleek voor hen allebei het ei van Columbus. Nu inspireert ze andere moeders om eenzelfde soort structuur in hun leven te creëren en fijne momenten samen in te plannen. Ik vroeg haar naar haar beste tips voor een gelukkig en overzichtelijk leven.

  1. Zorg zo snel mogelijk voor een ritme. ‘Mijn eerste vier kinderen voor de tweeling zijn opgevoed zonder structuur, we deden maar wat. Ik liet ze bijvoorbeeld in mijn armen in slaap vallen, ik dacht echt dat dat het beste was voor mijn kinderen. Maar ze deden alleen maar korte dutjes en ik was de hele dag moe. Toen werd de tweeling geboren. Mijn kraamhulp was gewend aan grote gezinnen en ze zei heel resoluut: jij moet overeind blijven en dat lukt alleen met een ritme. Daar werd ik eerst opstandig van, maar het kon niet anders als ik mijn oudste vier kinderen ook nog aandacht wilde geven. Dus voedde ik de tweeling alleen als het tijd was voor een voeding. Saar en Suus sliepen meteen op hun eigen kamer. Als ze ’s nachts huilden, ging ik wel even kijken, maar als ze niet ondersteboven in bed lagen of hadden gepoept, ging ik weer weg. Omdat je een ritme aanhoudt, weet je op een gegeven moment dat ze niet huilen van de honger. Om elf uur kregen ze hun laatste voeding en dan pas om kwart voor zes weer. Dat was best moeilijk, maar anders sliep ik niet en was ik overdag niets waard. Gelukkig werkte het goed; langer dan vijf minuten heb ik ze nooit laten huilen. Nu met Lotje ben ik wat losser, die krijgt soms wel vier keer per nacht een slokje. Met één baby kan dat ook. Maar met twee baby’s is iedereen gebaat bij een ritme. Je kinderen zelf ook. Goed slapen is gewoon een kwestie van liefdevol aanleren, net zoals je een kind leert eten of helpt met leren lopen. Laatst vertelde een moeder me dat haar kind van zeven nog steeds tussen haar en haar man in sliep. Dat lijkt mij niet gezond voor je relatie, maar voor het kind zelf is het ook niet goed.’
  2. Vermaak je kinderen niet. ‘Ik heb geen tijd om met mijn kinderen te spelen, ik heb ook nog een leven. Je kunt een kind prima zelfstandig leren spelen. Gewoon een kwestie van loslaten. Dat loslaten geldt voor het hele moederschap. Je moet je kinderen aanleren dat ze kunnen functioneren in een maatschappij zonder jou. Dat is moeilijk, maar wel nodig. Heel goed ben ik er zelf ook niet in, daarom heb ik er ook acht haha.’
  3. Het middagdutje is heilig. ‘Mijn kinderen doen tussen 12 en 3 een middagslaapje tot ze vier jaar zijn, of ze er nou zin in hebben of niet. Rond de 2,5 hoefde het van de tweeling niet meer zo nodig, maar toch legde ik ze gewoon in bed met het licht uit en de gordijnen dicht. Dan had ik tijd voor mijn andere kinderen en het huishouden. Dat middagdutje vergde wel wat investering: ik putte de tweeling ’s morgens volledig uit. Om kwart voor zes stonden we op en na het ontbijt gingen we meteen naar buiten om te rennen en te springen, weer of geen weer. Om acht uur stond ik al aangekleed met ze buiten, Maarten verklaarde me soms voor gek, maar ik deed alles voor het vooruitzicht dat ik ’s middags drie uur rust had. Na de uitputtingsslag volgde een boterham en nog een flinke papfles en dan zag ik die ogen al bijna dichtvallen. Je kunt het slaapje ook een uurtje later plannen, maar verschuif het niet naar eind van de middag want dan zijn ze ’s avonds niet meer moe. Ze ’s morgens goed afmatten is mijn advies.’
  4. Plan één op één tijd met je partner in. ‘Vlak voor bij ons de bom barstte, leefden Maarten en ik volledig langs elkaar heen. Pas ’s avonds in bed kwamen we elkaar tegen. Toen zijn we momenten gaan inplannen dat we tijd voor elkaar namen. Als de baby op bed ligt, is het tijd voor de pubers. Doordeweeks ga ik vaak nog werken en Maarten wat klussen in de schuur. Om tien uur ronden we dat af en gaan we iets met zijn tweeën doen. Soms kijken we iets op Neflix, maar dat vind ik slecht voor je relatie want dan doe je nog niet echt iets samen. Samen in de hot tub werkt beter, of nog beter: samen puzzelen. Dat is de ultieme relatietherapie. Wij zijn al sinds 1990 bij elkaar, maar dat praten samen blijft een dingetje. Als je aan het puzzelen bent, gaat dat bijna vanzelf. Overdag passen de oudste kinderen af en toe op zodat we een uurtje kunnen motorrijden samen. Daarna kunnen we er weer helemaal tegen.’
  5. Plan één op één tijd met je tweeling in (maar niet te veel). ‘Laatst gingen Maarten en ik met allebei de meiden apart schoenen kopen, ik met Suus en Maarten met Saar. Dat vinden ze wel leuk, maar Suus wordt dan al heel gauw onrustig en weer wil naar Saar. Vergeet nooit dat een tweeling ook een eenheid vormt. Saar en Suus zijn eeneiig, dus die zijn zo met elkaar verbonden dat je ze echt niet zomaar uit elkaar kunt trekken. Sommige mensen, die zelf geen tweeling hebben, vinden dat vreselijk, die vinden dat je ze volledig als individu moet behandelen. Die snappen niet waarom je ze hetzelfde aankleedt of ze dezelfde dingen laat doen. Waarom ze zich daar zo druk om maken weet ik niet en het boeit me ook niet. Mijn arts van het consultatiebureau heeft ook een tweeling en die dwong ze vroeger om alles apart te doen: aparte klassen, andere kleren, andere vriendjes, noem maar op. Daar heeft ze nu zó’n spijt van.’
  6. Wees een team. ‘Zorg dat je een goede taakverdeling hebt. Wij hebben gekozen voor Maartens carrière en ik zit traditioneel thuis met de kinderen. Maar dat betekent niet dat hij niets in het huishouden doet. Als hij klaar is met werken begint zijn tweede baan: dan neemt hij Lotje over of gaat eten koken. Vroeger hadden we daar wel strijd over, vooral in het weekend. Het ergste vond ik als ik bijvoorbeeld boven de was aan het doen was en dat hij beneden de krant zat te lezen tussen de teringzooi. Nu hebben we de afspraak dat hij pas gaat zitten als ik ook zit. Voor de kinderen en het huishouden zorgen is net zo goed hard werken en ik heb óók weekend. Dat begrijpt hij inmiddels. We kunnen het er nu ook beter over hebben zonder ruzie te krijgen, omdat er het wederzijds vertrouwen is dat we het beste met elkaar voor hebben.’
  7. Drink meer koffie. ‘Sinds we erachter kwamen dat we langs elkaar heen leefden, zijn we elke dag drie koffiemomenten gaan inplannen. Dan drinken we koffie met het hele gezin, of samen met de baby erbij als de rest er niet is. Dat doen we om tien uur ’s morgens, na de lunch en om drie uur nog eens, zowel in het weekend als doordeweeks. Er is onderzoek naar gedaan dat het heel slecht is dat de koffiemomenten verdwijnen. De maatschappij draait maar door, door, dóór. Even een momentje rust, tot bezinning komen, dat is zo belangrijk. En het is gezellig; niemand bij ons in huis slaat die momenten over.’
  8. Maak een huishoudschema. ‘Voor mij werkt dat het allerbeste. Elke dag doe je een klein dingetje, dan stapelt het zich niet op en heb je ook geen ergernis meer. Ik heb niet altijd zin om de badkamer te schrobben, maar als ik het één keer per week twintig minuten doe, heb ik er verder geen omkijken meer naar. Om vijf uur moet iedereen bij ons opruimen en ik laat geen bouwwerken staan, hoe sneu dat ook is voor de kinderen. Eind van de dag gaan we terug naar de basis. We hebben van die zakken waar je het speelgoed in stort en vervolgens trek je die zak in elkaar en alles gesorteerd per categorie, heel overzichtelijk.’
  9. Laat de kasten niet uitpuilen. ‘Ook daar heb ik een truc voor: elk kind heeft een eigen boodschappentas met zijn naam erop op de kamer staan. Kom ik een broek of een trui tegen die te klein is geworden, dan gaat ie in de tas. Eens in de zoveel tijd ruil ik die tassen met een vriendin. Zo’n tas kan prima ergens op een kast staan, dan staat ie ook niet in de weg en heb je nooit overvolle kasten.’
  10. Wees zuinig op je me-time. ‘Hoewel ik zelf de hele dag bezig ben mijn leven op Instagram te zetten, zul je mij nooit doelloos op Instagram zien scrollen. Dat vind ik zonde van mijn tijd. Tijdens de koffiemomenten laat Maarten zijn telefoon ook boven liggen, zodat hij er echt even voor ons is. Instagram is voor mij werk. Als ik zit, dan ga ik praten met mijn man.’

Annemarie is 46 jaar en heeft samen met Maarten acht kinderen, waaronder een eeneiige meisjestweeling van 8 jaar. Meer onmisbare tips over het ouderschap van Annemarie? Dit jaar kwam haar boek Komt goed uit, dat meteen op 1 binnenkwam op de bestseller 60. Een mustread voor elke ouder! 

LEES OOK:

Het tweelingboek O jee, het zijn er twee

 DIT VIND JE VAST OOK LEUK: 

Janneke Jonkman

Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.