10 dingen die je herkent als je een meisjestweeling hebt

tweeling tweelingmeisjes tweelingdochters

Heb jij een meisjestweeling in huis of ben je in verwachting van tweelingmeiden? Haal dan vóór ze vier zijn maar vast twee identieke Elsa-jurken in huis, want dit staat je te wachten (of herken je nu al). 

Ja, natuurlijk weet ik dat elke tweeling uniek is en elk meisje ook. Maar nu ik alweer bijna zeven jaar tweelingdochters in huis heb, leek het me leuk om eens een aantal kenmerken en eigenschappen uit te lichten die mij zoal opvallen aan het hebben van tweelingdochters. Dan weet je vast een beetje wat je te wachten staat als je zwanger bent van een tweeling en bij de twintig-weken-echo te horen krijgt dat het twee meiden zijn.

  1. Twee handen op één buik. Heb je tweelingmeiden, dan is de kans groot dat ze al vroeg hun eigen tweelingtaaltje spreken en als ze wat groter zijn elkaars zinnen af maken. Dreumesen geven elkaar hapjes en slokjes uit hun eigen bord en beker en is de één ziek, dan ontfermt de ander zich over haar zus als een ware Florence Nightingale. Het kan ook zijn dat ze in het begin allebei naar dezelfde naam luisteren en elkaar en zichzelf ook bij die naam noemen – ze hebben gewoon niet door dat er nóg een van hen is.
  2. Veel drama. Meiden in huis betekent drama. Van dramatisch op de grond gaan liggen in de supermarkt tot met de poppen gooien, stampvoeten, haren trekken, krabben, ‘ik ben jouw zus niet meer’ en andere wijvennijd. Om vervolgens weer allerliefst met elkaar te spelen natuurlijk, want ‘jij bent voor altijd mijn bff’.
  3. De slappe lach. Vraag niet waaróm ze lachen, want hun humor is onnavolgbaar, maar zij snappen het wél. Ineens is alles om te gillen (vooral poep en piemels) en kom je er als ouders niet meer tussen. Wil je dat er naar je wordt geluisterd dan zit er niks anders op dan het stel uit elkaar te halen, of een emmer water eroverheen te gooien. Of mee te doen.
  4. Tweelingmeiden zijn meesters in het verzinnen van smoesjes en andere subtiele vormen van manipulatie. ‘We kunnen pas opruimen als we drie koekjes hebben gehad,’ ‘ik kan nog niet gaan slapen, want ik heb dorst’, ‘als we geen filmpje mogen kijken vind ik jou nooit meer lief’, et cetera. Pas op, want samen vormen ze een uitgekookt front en voor je het weet ben je gezwicht.
  5. ‘Ik ben beter/groter/ouder/sneller dan jij’. Natuurlijk willen ze ook graag je onverdeelde aandacht zo op z’n tijd. Als het even kan méér aandacht dan hun tweelingzus. Dat kan ertoe leiden dat ze zich met elkaar gaan vergelijken en in alles willen uitblinken. Denk aan gekissebis over wie er als eerste is geboren, wie er het langste is, wie het eerst boven aan de trap staat, het eerst haar sokken aan heeft – noem maar op en je kunt er wedstrijdje van maken. Vaak word jij ook nog benoemd tot jurylid. Op de vraag ‘Wie vind je het liefste? Je moet kiezen’ moet je alvast een diplomatiek antwoord verzinnen.
  6. Alles hetzelfde. Of het nou om twee identieke Elsa-jurken gaat, dezelfde glitterschoenen, dezelfde prinsessenkroon of dezelfde eenhoorntutu: je zult van heel veel dingen twee keer precies dezelfde moeten aanschaffen. Of hetzelfde item in een ander kleurtje. Anders is het brullen geblazen.
  7. Dubbele kledinggrillen. Wil je ergens heen met je tweelingdochters? Trek er dan zo’n 3,5 uur voor uit voor ze aangekleed beneden staan. Ze willen namelijk sowieso iets aan wat: a. spaghettibandjes heeft (in de winter), b. niet kriebelt (en alle sokken en maillots doen dat), c. uit de verkleedmand komt, d. roze is, e. glitters heeft, f. niet bestaat. En of jij dat even kunt oplossen.
  8. Eén verjaardagspartijtje. Het duurt waarschijnlijk heel lang voor je twee verjaardagspartijtjes hoeft te organiseren. Want een hele dag toekijken hoe je zus in de watten wordt gelegd terwijl je zelf aan de zijlijn staat dat is gewoon no fun. Gelukkig liggen ze qua partijtjes-thema waarschijnlijk ook snel op één lijn. Iets met Frozen doet het sowieso meestal wel goed. En anders zul je de eerste meisjesmoeder niet zijn die een eenhoornmeermin-frozenglitter feestje geeft.
  9. Je eerste gedeelde schoonzoon. Rond de drie, vier jaar hebben ze een eerste crush op een jongetje van de opvang of de kleuterschool. En ben je een echte tweeling, dan ben je natuurlijk verliefd op dezelfde hunk die net uit de luiers is. De uitverkorene krijgt vervolgens elke dag dubbele kusjes, knuffels en liefdestekeningen vol met hartjes, tot ze hem ineens als een blok laten vallen en weer alleen maar oog hebben voor elkaar en hun vriendinnetjes.
  10. Haren vlechten. Haren doen, dat is een dingetje bij een meisjestweeling. Want ze willen ofwel precies hetzelfde, of juist heel iets anders, maar dan toch niet, o ja, toch wel, en dan vooral niet met die frutsel maar wel met die haarband en dat alles terwijl er K3 wordt gekeken, anders gillen ze het uit als je ook maar één keer de borstel erdoorheen haalt.

LEES OOK: Zo herken je een tweelingzwangerschap

Janneke Jonkman

Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.