Waarom wij soms wél nieuw speelgoed kopen (en welk speelgoed dan)

Wij proberen bewuste keuzes te maken als het gaat om speelgoed. Het merendeel van ons speelgoed is tweedehands; veel ervan is zelfs nog van mij geweest. Toch kopen we ook weleens iets nieuws. Vooral Barbies zijn hier populair. Maar hoe duurzaam zijn die?

Ons huis puilt uit van het speelgoed. Houten speelgoed, plastic speelgoed – bij ons is alles welkom, of nou ja, niet alles. Ik doe niet mee aan modegrillen, en we kopen ons speelgoed voornamelijk tweedehands. Mijn moeder is een goede bewaarder en dus zijn veel van de spulletjes waar de meisjes nu mee spelen nog van mij geweest. Pannetjes in de keukentje, een vintage looppaardje, een oude loopkar, muziekdoosjes – het heeft allemaal zo’n 40 jaar later weer een plekje gevonden in ons huis. Inmiddels heb ik dus een goed beeld van welk speelgoed de tand des tijds doorstaat en waar ook door een volgende generatie weer mee gespeeld kan worden. Vooral mijn oude Barbies zijn hier populair. Met de Barbiepoppen en -kleertjes wordt hier nog dagelijks gespeeld en ze zien er nog bijna net zo mooi uit als vroeger. De outfits uit de jaren tachtig zijn inmiddels weer hip en zelfs de haren van de Barbies zijn nog steeds mooi (terwijl die bij goedkopere varianten op deze pop van andere merken toch als eerste lelijk worden). Mijn dochters kijken graag naar Barbie-filmpjes en gaan vervolgens zelf aan de slag met stoffen, washi tape en naald en draad om (soms met wat hulp) nieuwe outfits te ontwerpen voor de Barbie-poppen. Ook knutselen ze zelf bedjes, mobieltjes en laptops voor de Barbies, ze maken mini-tekeningen voor ze en zelfs kleine boekjes. Het levert hier kortom een eindeloze stroom aan creativiteit op, net als vroeger bij mij en mijn zussen thuis.

Vorige week werd ik verrast met een mailtje: of ik het leuk zou vinden om de nieuwe Barbie Dreamcamper te testen in ruil voor een review of wat foto’s? ‘Misschien hebben jullie wel Barbie fans in huis’, stond er in de mail. Nou en of we die hebben. De Barbie camper staat hier al twee jaar boven aan de wensenlijst van de meiden. Tot nu toe hebben ze hem van ons nog niet gekregen – ik weeg mijn aankopen zoals gezegd zorgvuldig af en Olivier ondersteunt dat beleid. Maar ik leer mijn kinderen óók dat als je iets heel graag wilt, je wens misschien wel vervuld wordt. Manifesteren noemen we dat, en daar oefenen we ook mee. Als je dankbaar bent voor wat je hebt, kan er zomaar iets moois op je pad komen. Eigenlijk het tegenovergestelde van ‘kinderen die klagen worden overgeslagen’ wat ons vroeger werd aangeleerd. En nu kreeg ik zomaar hun grootste wens aangereikt!

Voor ik ‘ja’ zei verdiepte ik me in het duurzaamheidsbeleid van Barbie en Mattel. Dat gaat gelukkig de goede kant op. Dat Barbies al jarenlang duurzaam zijn in de meer figuurlijke zin van het woord (ze blijven járen mooi en zijn zelfs een populair verzamelobject), is in deze tijd eigenlijk niet meer genoeg. Een echt duurzaam geproduceerde Barbie zou de volgende stap moeten worden - en die wil Mattel ook gaan maken. Na een actie van Greenpeace stopte Mattel in 2011 met het verpakken in karton dat van houtpulp uit het regenwoud afkomstig was. In 2030 wil Mattel helemaal overschakeld zijn op duurzame materialen: er komen dan dus bio-Barbies van gerecycled, recyclebaar of bioplastic materiaal. Dat duurt nog heel wat jaartjes, maar een groot bedrijf dat kleine stappen zet kan denk ik net zo veel verandering teweeg brengen als een klein bedrijf dat grote stappen zet.

Ook in maatschappelijke zin gaat Barbie met haar tijd mee: in mijn tijd waren alle Barbies dun. De eerste zwarte Barbie maakte wel al haar debuut in 1980: ik was toen twee jaar oud. In 1997 kreeg Barbie een bredere taille. Vanaf 2016 wordt Barbie pas écht divers en inclusief: er komt een meer voluptueuze Barbie, een Barbie met een beenprothese, een met een gehoorapparaat, en genderneutrale Barbie en een in een rolstoel. Ook Ken komt tegenwoordig in verschillende lichaamstypes (van klein tot groot en minder gespierd), er is een vitiligo Ken en een Ken met afro kapsel.

Overigens wordt er bij mijn dochters tot nu maar weinig met Kens gespeeld. Meestal creëren ze een gezin met meerdere moeders, tantes en vrouwelijke artsen die de zieke dochters komen verplegen of helpen om nieuwe baby’s geboren te laten worden. De vaders zijn dan ‘even op vakantie’. Barbie is hier thuis het boegbeeld van feminisme: Barbie is onafhankelijk en kan alles worden wat ze wil, om de tekst uit een Kinderen voor Kinderen-liedje te gebruiken. Ik ben benieuwd wie er straks mee mogen op het eerste kampeertripje in de nieuwe Barbie-dreamcamper en of we Ken daar nog voor nodig hebben. In elk geval zal ik alles straks weer bewaren voor als mijn kinderen later kinderen krijgen. Tegen die tijd zijn mijn eigen oude Barbies pas echt antiek.

LEES OOK: Ons kindje met downsyndroom is voor ons heel gewoon

Janneke Jonkman

Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'. 

O jee, het zijn er twee

Hét boek voor beginnende en ervaren tweelingmoeders, vol ontroerende verhalen en handige tips.