Feuilleton over de avonturen die ik beleefde vóór ik kinderen had, om te vieren dat ik mezelf al 20 jaar schrijver mag noemen. Met de ‘best of’ van mijn vorige website jannekejonkman.nl: elke dag een nieuwe oude blog, zolang de voorraad strekt.  

Vliegen

Vanmorgen kwam ik mijn onderbuurjongen tegen in de gang. Ik weet niet zoveel van hem, behalve dat hij rustig dertig keer achter elkaar hetzelfde nummer draait, het liefst ‘I believe I can fly’ van R. Kelly, niet bepaald míjn lievelingsnummer.

 Verder kan hij heel hard en lang lachen op een manier die je hysterisch zou kunnen noemen, en woont hij in bij een homo op leeftijd, die wij eens in vrouwenkleren het huis uit zagen komen en een taxi instappen.
            ‘Hé, hoe gaat het,’ zei ik.
            ‘Goed.’
            ‘Je bent hier niet meer zo vaak, hè? Woon je hier niet meer?’
            ‘Jawel, maar ik woon ook ergens anders. Er zijn problemen.’
            ‘Hoe bedoel je?’
            ‘Laatst ben ik afgevoerd door de ambulance. Met zwaailicht en zo. Ik zat helemaal onder het bloed.’
            ‘Echt waar? Hoe kan dat?’
            ‘Ik was gesprongen.’
            ‘Waarvan af?’
            ‘Uit het raam. Hier in huis.’
            ‘Van de eerste verdieping?’
            ‘Ja.’
            ‘Gaat het wel weer een beetje, dan?’
            ‘Ja, ja. Als je wilt vertel ik je een keer het hele verhaal. Maar niet vandaag. Kom maar eens langs, dan vertel ik het. Het gaat weer goed, hoor. En met jou?’
            ‘Met mij gaat het goed.’
            ‘Sport je nog een beetje?’
            ‘Ja.’
            ‘Ik heel veel. Ik doe badminton, tafeltennis, volleybal, zwemmen… Ik heb last van mijn benen, maar dat wordt beter door al dat sporten. Alleen die buik, hè, die wil maar niet weg.’
            ‘Misschien moet je minder eten.’
            Hij lachte. Lang en hard. ‘Ja, dat is een goeie. Die zal ik onthouden.’
            De buurjongen ging naar binnen en zette ‘I believe I can fly’ weer op.

Amsterdam, 23 april 2005

*****

Mijn boven- en onderburen zijn van de merkwaardige soort, althans, dat vind ik; zij zullen op hun beurt mij wel weer merkwaardig vinden – zo gaat dat meestal.

Boven mij woont de onzichtbare buurman. Dit is een klein mannetje met grote oren dat altijd door de gang sluipt op momenten dat je hem niet ziet of hoort. Soms zie je hem zo lang niet dat het lijkt alsof hij niet bestaat. Net als je denkt dat hij dood is..

LEES MEER

Janneke Jonkman

Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.