Janneke Jonkman
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.
Feuilleton over de avonturen die ik beleefde vóór ik kinderen had, om te vieren dat ik mezelf al 20 jaar schrijver mag noemen. Met de ‘best of’ van mijn vorige website jannekejonkman.nl: elke dag een nieuwe oude blog, zolang de voorraad strekt.
Afgelopen weekend was ik naar het kerstfeest van het filmproductiebedrijf waar mijn zus werkt. Dat was leuk, want nu kon ik de filmwereld eens vergelijken met de schrijverswereld.
De feesten in de filmwereld vinden plaats in hippe clubs en duren tot diep in de ochtend, de caipirinha’s stromen bij wijze van spreken uit de kraan, en de drugs liggen voor het oprapen in de wc’s (waar een speciale wc-dj draait om het toiletterend publiek te vermaken). Ook komt iedereen naar je toe met de vraag: ‘Wat doe jij in de film?’, waarna je kunt zeggen: ‘Helemaal niets, en jij?’ Het was nogal druk binnen; toen ik binnenkwam was de garderobe allang vol en ik propte mijn jas ergens in een hoek achter een bank, waar ik hem tegen de ochtend zowaar weer terug vond. Tot die tijd stond ik op de dansvloer of hing ik aan de bar, waar ik sprak met allerhande producenten, regisseurs, editors en cameramannen. Pas na enige tijd viel me iets op aan dit feest, iets wat slechts een lichte schaduw wierp op de avond, maar toch: op dit feest werd gerookt. Ik merkte het toen ik me een weg baande door de menigte, daarbij zigzaggend langs allerlei smeulende peuken, mijn kerstjurkje beschermend tegen brandgaten, en ik me ineens bedacht: dit heb ik al heel lang niet meer gedaan.
In mijn wijde omgeving rookt er nu eenmaal niemand en sinds het rookverbod was ingegaan, had ik geen sigaret meer gezien. Ja, ik zag buiten voor de kroeg wel eens wat mensen op elkaar gepakt staan kleumen, maar ergens was ik gaan geloven dat sommige mensen nu eenmaal van buitenlucht houden, dat ze zelfs in de winter graag vasthielden aan het terrasgevoel. Maar roken? Dat was toch iets uit de vorige eeuw, die eeuw waarin er reclameposters circuleerden met teksten als 'Roken, dat lossen we samen wel op', met daaronder, als ik me niet vergis, een afbeelding van een vreedzaam koppel, waarvan de een gezellig de rook inademde van de ander? Die hele gewoonte stamde toch uit de tijd dat de paddo nog in de winkel te koop was, kinderen nog Breezers dronken en er op de Wallen nog prostitutie werd bedreven?
Maar nee, op dit feest werd gerookt alsof het de jaren negentig waren. Toen ik 's ochtends thuiskwam zat er niets anders op dan, net als vroeger, voor het slapengaan mijn haar te wassen, om de volgende dag desondanks wakker te worden in een slaapkamer die naar sigaretten geurde, met zo'n rochelend kuchje dat de rest van de dag aanhield. En terwijl ik mijn kleren van de vorige avond ik de was gooide, dacht ik terug aan het verleden. Dat waren nog eens tijden.
Amsterdam, 24 december 2008
*****
Ik ben een lichte slaper. Als je aan de andere kant van de kamer iets tegen me fluistert, ben ik wakker. Zo kwam het dat ik vannacht uit mijn slaap werd gerukt door een heel zacht geluid. Het kwam van buiten en klonk als: 'ssssst'. Net hard genoeg om me wakker te maken. En omdat ik toch al wakker was, dacht ik enige tijd na over dit geluid. Vrijwel alle geluiden die ik 's nachts hoor (dronken zwervers, krolse katten, hangjongeren die op de wipkip op het pleintje achter mijn huis zitten) kan ik thuisbrengen. Maar dit geluid dus niet.
Ik bedacht dat er twee mogelijkheden waren: of er stond iemand buiten enorm veel haarlak in zijn haar te sprayen, of er was iemand graffiti aan het spuiten.
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.