Janneke Jonkman
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.
Feuilleton over de avonturen die ik beleefde vóór ik kinderen had, om te vieren dat ik mezelf al 20 jaar schrijver mag noemen. Met de ‘best of’ van mijn vorige website jannekejonkman.nl: elke dag een nieuwe oude blog, zolang de voorraad strekt.
Ik besloot weer eens een kijkje te nemen bij de maandelijkse schrijversborrel. Het clubje schrijvers dat er was zat bijeen aan een lange tafel aan het raam, ze zaten met ietwat bleke gezichten aan het bier, je vroeg je af of dit maandelijkse uitstapje het enige moment was dat ze de deur uit kwamen.
Ik ving flarden van gesprekken op over uitgevers die niet deugden, recensenten die niet deugden, en boeken die niet deugden, maar helaas waren alle stoelen om de tafel bezet en kon ik me niet mengen in de discussie. Ik bleef in mijn eentje aan de bar hangen, maar niet voor lang, een man aan de bar bood me een biertje aan, hij was kunstenaar, zei hij, hij gaf me zijn kaartje met daarop een donkere schildering van een uitgestrekte landingsbaan.
‘Weet je waarom ik hier zo graag kom?’ vroeg hij me. ‘Omdat iedereen hier zo lekker depressief is.’
‘Ik ben bang voor de dood,’ zei hij even later. ‘Maar het leven vind ik ook niks.’
‘Weet je waar ik ook bang voor ben?’ vroeg hij, nadat ik tevergeefs had geprobeerd het gesprek een andere wending te geven. ‘Dat het oorlog wordt.’
Ik keek naar de tafel met schrijvers, waar nog steeds alle stoelen bezet waren.
‘Maar,’ zei de man. ‘Hier voel ik me thuis. Hier ben ik onder gelijkgestemden. Hier is voor iedereen het glas half leeg. Wil je er nog eentje?’ Ik bedankte. Ik vond dat ik precies lang genoeg was gebleven om niemand voor het hoofd te stoten.
De volgende dag was ik op de Fashion Week. Ik had kaartjes gekregen voor een van de shows, via het tijdschrift waar ik werk als ik niet aan het schrijven ben. Mijn gezelschap en ik werden ontvangen met glazen Moët en ingewikkelde hapjes. Er liepen uitzonderlijk knappe mannen rond, die toastjes uit hun schort toverden en er vervolgens met een kitpistool voor onze neus roomkaas op spoten. Iederéén was trouwens uitzonderlijk knap, of had zijn best gedaan in elk geval te doen alsof. Ook hadden de meeste mensen zichtbaar uren in hun kast staan graven voor de juiste outfit, hetgeen bij sommigen beter was uitgepakt dan bij anderen, maar in elk geval beter dan bij mij, want ik droeg gewoon de laarzen, spijkerbroek en trui die ik de hele dag al aan had. Ik werd uitbundig begroet door mijn collega de fashion director, die sinds hij op televisie modellen had gecoacht, zowel buiten als binnen, zomer en winter, een zonnebril droeg. Enkele van die modellen hingen aan zijn arm als exclusieve accessoires.
‘Way beyond, gewoon,’ zei hij, want dat zegt hij doorgaans om de andere zin.
Tijdens de show zaten mijn gezelschap en ik op de tweede rij, en we bekeken degenen die op de eerste rij zaten. Het was leuk om te zien hoe zij minzaam knikten elke keer dat er een halfnaakt model voorbijliep. Onlangs had er bij het tijdschrift waar ik werk een fotograaf om extra geld gevraagd, omdat het model dat hij had gefotografeerd een paar pond te zwaar was, en hij uren extra werk had gehad om dat allemaal bij te werken. Úren, had hij benadrukt.
Toen de show was afgelopen, kregen we andermaal glazen Moët in onze handen gedrukt. Sommige mensen begroetten ons met kussen in de lucht, anderen stootten in het voorbijgaan tegen ons aan alsof we lucht waren; er ging hoe dan ook een hoop lucht mee gepaard.
En ik dacht met weemoed terug aan de schrijversborrel van de avond daarvoor.
Amsterdam, 30 januari 2008
*****
Ik vierde mijn dertigste verjaardag. Van tevoren moest ik een paar maanden wennen aan dit idee. Niet omdat ik dertig nu zo ontzettend oud vond, maar op de een of andere manier had ik verwacht dat ik eerst nog een paar keer negenentwintig zou worden. Maar niet lang voor mijn dertigste verjaardag kon ik mezelf niet langer voor de gek houden. Na negenentwintig volgde dertig. Tellen kon ik al een jaar of wat.
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.