Feuilleton over de avonturen die ik beleefde vóór ik kinderen had, om te vieren dat ik mezelf al 20 jaar schrijver mag noemen. Met de ‘best of’ van mijn vorige website jannekejonkman.nl: elke dag een nieuwe oude blog, zolang de voorraad strekt.  

Een kasteel

Ineens stond mijn vroegere onderbuurjongen voor de deur, de jongen die zich ooit, een paar jaar geleden, ontelbare keren van de trap had laten vallen, die niet lang daarna op een dag van huis werd opgehaald door vijf agenten, en vervolgens nooit meer terugkwam. 

De onderbuurman, die met hem een huis deelde en die ik hier wel eens omschreef als 'de boze buurman' en die me ooit in een brief mededeelde dat hij wegens een operatie geen seks meer kon hebben, ook niet met de jongens die bij hem inwoonden, als ik dat soms dacht, verdween eveneens. Zijn ‘zoon’ (de jongen die het langst bij hem inwoonde en die uiteraard niet écht zijn zoon was) stond vorige week ineens voor de deur. Ik was toevallig net onderweg naar buiten om een boodschap te halen, toen ik hem aantrof.
'Ik ben het,' zei hij. 'Ik heb hier vroeger gewoond.'
'Dat weet ik,' zei ik.
'Ik wil met je praten over wat er hier vroeger is gebeurd,' ging hij verder. 'Gewoon als vrienden, hoor. Ik accepteer jou zoals je bent. En ik wil graag je internet gebruiken. Je hebt toch internet? Ik begrijp niets van internet. Al die nullen. En negens. Nul nul nul, negen negen, begrijp je? Daar snap ik niets van.'
'Heb je zelf geen internet?' vroeg ik.
'Nee,' zei hij. 'Ik woon nu op straat.'
'En xxx (ik noemde de naam van de boze buurman) dan?' vroeg ik.
'Die wil me niet meer. Niemand wil me meer.'
'Zit je niet meer in die kliniek?' vroeg ik.
'In het kindertehuis? Daar heb ik nooit gezeten. Het kindertehuis! Echt niet. Weet je wat ik vannacht gedaan heb? Ik heb de hele nacht hier voor het huis gestaan. Er kwam politie aan, maar ik heb gezegd dat ik de straat aan het bewaken was. En weet je wat ik ook heb gedaan? Gezwommen. In de vijver. Goed he, van mij?'
Hij keek me aan vanonder zijn wollen muts. Het was een graad of drie.
'Wie woont hier nu in het huis?' vroeg hij. 'Willem-Alexander en Maxima toevallig? Want ik dacht dat ik dat op de deur zag staan. Zij kennen me wel.'
'Nee, die wonen hier niet,' zei ik.
'O, jammer.'
'Een kasteel hoef ik niet, maar een huis zou wel fijn zijn.'
'Dat snap ik,' zei ik. 'Maar hier woont al iemand. Het spijt me.'
'Aha, ik snap het. Heb je dan misschien twintig cent voor me? Je krijgt het terug.'
Ik pakte mijn portemonnee en haalde vijftig cent tevoorschijn.
'Nee! Dat is te veel! Twintig cent is genoeg. Zie je wel, ik zal je nooit bedonderen.'
Hij gaf me een boks. 'Ik accepteer jou zoals je bent.'

Amsterdam, 18 februari 2009

*****

Terwijl ik me op de laatste dagen van het jaar vermaakte met spelletjes spelen, uitslapen, wandelen over bevroren bospaden en meer van dat soort zaken, bleven lezers mij mails sturen alsof het helemaal geen kerstvakantie was. Het waren mails van een dergelijke strekking: 'Geachte mevrouw Jonkman, ik heb uw boek gelezen, heel mooi, maar nu moet ik er een boekverslag over schrijven en ik heb vakantie, dus kan ik niet op uittrekselbank kijken, want ik heb daar thuis geen abonnement op, dus zou u mij een uittreksel willen sturen? 

LEES MEER

Janneke Jonkman

Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.