Feuilleton over de avonturen die ik beleefde vóór ik kinderen had, om te vieren dat ik mezelf al 20 jaar schrijver mag noemen. Met de ‘best of’ van mijn vorige website jannekejonkman.nl: elke dag een nieuwe oude blog, zolang de voorraad strekt.  

De oom met de drie vingers

Op Sicilië werden we met open armen ontvangen. We waren niet helemaal zeker of we onze Italiaanse vrienden konden lastigvallen met ons bezoek, want feitelijk waren we meer bevriend met hún vrienden, en zelfs dat waren eigenlijk meer kennissen dan vrienden te noemen. Op Sicilië blijkt dat allemaal niets uit te maken.

 In Palermo pleegden we een telefoontje naar de broer van de vriend die eigenlijk meer een kennis was, en een halfuur later stond deze met zijn auto plus gezelschap voor ons hotel, om ons mee te nemen naar een concert op een podium boven zee van een in de streek zeer populaire zanger met een dun snorretje die tussen de nummers door halfdronken semi-poëtische seksuele grapjes in de microfoon lispelde.

De hieropvolgende dagen escorteerden ze ons naar Siciliaanse clubs, restaurantjes op hoge kliffen in sprookjesachtige vissersdorpjes waar de maan vuurrood opkwam boven zee, en totaal verlaten strandjes waarvoor je eerst een stuk door zee moest waden om vervolgens de hele dag niemand meer tegen te komen op de schildpadden na. Ze betaalden ons eten, droegen onze tassen, hielden de deur voor ons open, lieten ons kiezen in welk appartement we wilden slapen – dat aan zee, of dat in het dorp – en sliepen zelf in het overgebleven appartement. Ze kookten echte Italiaanse pasta voor ons – bolognese is helemaal niet Italiaans, zo leerden we –, haalden ontbijt, legden verse magnolia op ons hoofdkussen en drukten de mooiste schelpen van het strand in onze hand. Zo waren ze nu eenmaal gewend bezoek te ontvangen, verklaarden ze, dat zat in de cultuur, ze konden er niets aan doen. Dat was ook waarom op Sicilië iedereen iedereen kende, het zat in hun bloed, de hele maffia dreef op dit systeem.

En ja, natuurlijk hadden ze nog banden met de maffia, wie niet daar, er was een bijna vergeten oudoom, xxx met de drie vingers genaamd, die levenslang vastzat in New York en dezelfde achternaam droeg als een van onze nieuwe Siciliaanse vrienden. Zo hoefden we helemaal niet bang te zijn voor tasjesdieven, zoals de Lonely Planet ons had gewaarschuwd, we hoefden immers maar aan hen te vertellen dat onze tas gestolen was en we kregen hem de volgende dag terug met excuses. Hypothetisch gezien. Wij dachten er het onze van. Vooral toen we op een gegeven moment ergens op het strand zaten en er iemand naar ons toekwam die nogal boos zei: ‘Hier mogen jullie niet zitten’. Waarop onze Siciliaanse vriend met de bekende achternaam zei: ‘Maar ik ben xxx xxx uit Palermo, aangenaam, wilt u ook wat wijn?’ De gezichtsuitdrukking van de man die ons had willen wegsturen veranderde, hij nam de wijn dankbaar aan en stuurde ons niet meer weg.

We vroegen nog wat door over de maffia, maar onze vrienden gaven alleen fluisterend antwoord of begonnen over iets anders, waardoor we besloten ons het maar te laten welgevallen, we zouden daar immers toch niet blijven wonen, bovendien werden onze tassen niet gestolen en hoefden we geen gebruik te maken van de aangeboden maffiapraktijken. ‘Over onze levens kun je meerdere boeken schrijven,’ zeiden onze Siciliaanse vrienden.

Ik noteerde in mijn aantekeningenboekje: volgende boek, inspiratie opdoen op Sicilië.

*****

Ik schreef zo hard aan mijn nieuwe boek dat ik lichtelijk overwerkt raakte. Mijn handen namen een rare vorm aan, alsof ze in voortdurende verbinding met een toetsenbord stonden, ook als er in velden noch wegen een computer te bekennen was. ’s Nachts schrok ik wakker omdat ik met mijn vingers op mijn kussen sloeg, onzichtbare woorden achterlatend. Intussen prees ik mezelf gelukkig met 

LEES MEER

Janneke Jonkman

Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.