Janneke Jonkman
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.
Feuilleton over de avonturen die ik beleefde vóór ik kinderen had, om te vieren dat ik mezelf al 20 jaar schrijver mag noemen. Met de ‘best of’ van mijn vorige website jannekejonkman.nl: elke dag een nieuwe oude blog, zolang de voorraad strekt.
Jullie willen niet weten wat voor mail ik af en toe ontvang. Of jullie willen dat juist wel weten, dat zou ook kunnen. Het meest ontvang ik, vooral sinds mijn laatste boek, berichten van mensen die hun hele liefdesgeschiedenis aan mij vertellen.
Of, als ze goed op dreef zijn, hun hele levensverhaal. Begrijp me niet verkeerd, ik lees dat soort mails graag. Mensen kunnen werkelijk de meest bizarre levens hebben. Het mijne is er niets bij.
Ook melden zich regelmatig lezers c.q. schrijvers in de dop die vermoeden dat ik hun boek wil uitgeven. Alsof ik naast het schrijversvak nog een complete uitgeverij run. Vaak hebben ze het omslag al meegeleverd. Hartstikke makkelijk, het hoeft alleen nog naar de drukker. Bij wijze van spreken.
Laatst ontving ik een mail van een lezer, ik noem hem hier maar ‘Gideon’ (want zo heet hij, laten we maar niet om de zaken heen draaien). Hij mailde me het volgende. Hij was om de ‘een of andere rede’ de bibliotheek binnengelopen. Hij had geen idee waarom; hij las namelijk nooit boeken. Peinzend liep hij wat langs de kasten, zich afvragend wat hij hier in godsnaam deed. Op een zeker moment pakte hij een boek van de plank, jawel, ‘Soms mis je me nooit’. Wat een stomme titel, dacht Gideon, hoe kun je nu iemand nooit missen. Toch liep hij ermee naar de balie, maar daar werd hij door de bibliothecaresse weggewuifd omdat hij geen pasje had. En zonder pasje, zo ontdekte Gideon, mocht je geen boeken meenemen. Wel kon hij het ter plekke lezen als hij wilde. Tja, nu hij het boek eenmaal in zijn handen had, kon hij er net zo goed een stukje in lezen, zo dacht hij, en hij nestelde zich ergens op een bank in het gebouw. Daar zat hij tot de bibliothecaresse hem op zijn schouder tikte. ‘Of hij wel had gehoord dat de bibliotheek ging sluiten.’
Het was inmiddels bijna acht uur en toen hij in het boek keek, zag hij dat hij op bladzijde 63 was. De vrouw zei dat hij morgen terug mocht komen om verder te lezen, waarop hij knikte. Maar toen er niemand keek stopte Gideon het boek onder zijn vest, trok zijn jas aan en liep de bibliotheek uit.
Dat soort mails krijg ik dus.
Amsterdam, 7 februari 2007
*****
Er staat iets te gebeuren met het huis waarin ik woon, maar ik heb geen idee wat. Ik weet alleen dat ik al anderhalf jaar geen onderburen heb en dat is in deze tijden van woningschaarste een teken aan de wand. Gelukkig houdt mijn bovenbuurman de zaken nauwlettend in de gaten. Tijdens zijn sluiptochten door mijn gang, waarbij ik hem zelden tegen het lijf loop, laat hij tegenwoordig briefjes achter op mijn deur: Er is een vergunning afgegeven voor vernieuwen van de fundering en stalen portaal’, schrijft hij dan, in oud- Jordanesisch schoonschrift, waarvoor je hem verdenkt de kroontjespen ter hand te hebben genomen. En de volgende dag:
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.