Janneke Jonkman
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.
Het is misschien wel de grootste uitdaging aan het hebben van een tweeling: de dubbele gebroken nachten. Slaapt je tweeling slecht? Dit zijn mijn 8 beste slaaptips om je tweeling te laten doorslapen, van de baby- tot de peutertijd – en daarna.
Hoe laat je een tweeling in vredesnaam slapen 's nachts, vooral als ze nog baby's zijn? Het was de eerste weken van het tweelingmoederschap mijn grootste vraag en zorg. Úren konden ze soms huilen en ik wist vaak niet waarom. En slaaptips van eenlingmoeders sloegen vaak net de plank mis. Inmiddels weet ik precies wat er wel en niet werkt. Daarom: mijn beste tips om je tweeling te laten doorslapen, van baby tot peuter, in acht eenvoudige stappen.
1. Laat ze samen slapen. Heb je een pasgeboren tweeling, laat ze dan bij voorkeur samen slapen. In een tweelingwieg of samen in een ledikantje (dat je aan twee kanten kort opmaakt). Ze hebben al die tijd samen in je buik gezeten, dus is wel zo vertrouwd voor ze om elkaars nabijheid te voelen. Zijn je baby’s te vroeg geboren of om een andere reden onrustig, dan kan inbakeren ook helpen om ze een gevoel van geborgenheid te geven. Als je baby’s elkaar ’s nachts uit hun slaap houden, kan het soms wel verstandig zijn om ze (tijdelijk) apart te leggen. Je merkt snel genoeg of ze daar beter of juist slechter door gaan slapen.
2. Zorg voor regelmaat en ritme. Voer een vast avondritueel in, dat je elke avond uitvoert na de laatste voeding, het liefst steeds rond hetzelfde tijdstip. Dat kan in het begin heel kort zijn: zing bijvoorbeeld elke avond hetzelfde liedje als je ze in bed legt. Zorg als het even kan dat je ze in bed legt als ze nog (een klein beetje) wakker zijn, zodat ze als ze ’s nachts wakker worden, begrijpen waar ze zijn. Zorg ook voor een goed dagschema (zie mijn boek).
3. Laat ze slapen in hun eigen bed. Leg ze na de nachtvoeding altijd weer terug in hun eigen bedje en laat ze ook overdag zoveel mogelijk in hun eigen bed slapen (af en toe een slaapje in de kinderwagen of draagdoek daargelaten). Hoe meer ze gewend raken aan het slapen in hun eigen bedje, des te beter zullen ze gaan doorslapen. Het nadeel – dat je het eerste jaar overdag vrijwel nergens heen kunt omdat je ze in hun eigen bed in slaap wilt laten vallen – wordt later ruimschoots gecompenseerd omdat je dan kinderen hebt die makkelijk in slaap vallen en ’s nachts doorslapen. Het is even een jaartje doorbijten, maar dan heb je ook wat!
4. Houd de nachtvoedingen zo kort mogelijk. Maak het jezelf makkelijk: leg een verschoonkussen naast je bed, zodat je de baby’s op bed kunt verschonen en doe zo weinig mogelijk lichten aan. Ga niet te veel praten en maak liever ook geen oogcontact – zo leren ze dat de nacht is om te slapen en niet om te spelen.
5. Zorg dat je baby’s niet wakker liggen doordat ze ergens last van hebben. Huilen je baby’s veel na of tijdens de voeding of zijn ze erg onrustig? Misschien hebben ze (verborgen) reflux of reageren ze overgevoelig op de melk. Bespreek je vermoedens met de kinderarts. Geef je borstvoeding, dan kun je proberen bepaalde prikkelende voedingsstoffen (zoals ui, knoflook, koffie en chocola) te laten staan. Geef je flesvoeding, dan kun je een ander soort voeding proberen (bijvoorbeeld geitenmelk of hypoallergene flesvoeding). Bij darmkrampjes kan het helpen om ze met de beentjes te laten ‘fietsen’, het buikje zachtjes te masseren of de baby’s zo neer te leggen dat er lichte druk op het buikje ontstaat. Ik drapeerde vaak één baby over mijn been terwijl ik, zittend op bed, de andere baby voedde.
6. Begin met milde slaaptraining als jij en je baby’s daaraan toe zijn. Volgens de voorstanders van slaaptraining, kun je met slaaptraining starten zodra je baby’s (gecorrigeerd) zes maanden oud zijn. Zelf raad ik aan om daarin je gevoel te volgen. Een van mijn kinderen had als baby een moeilijke start en ik vond het belangrijker dat ze zich te allen tijde veilig voelde dan dat ze snel leerde hoe ze moest doorslapen. Mijn baby’s waren dus al dreumesen toen ik met slaaptraining startte. Wij pasten het slaaptrainen alleen ’s avonds toe bij het naar bed brengen, maar het had onmiddellijk effect en zorgde ervoor dat ze ook ’s nachts beter doorsliepen.
7. Moeilijke slapers? Ga voor een (nog) strakker bedritueel. Zijn je baby’s (bijna) peuters, dan kunnen er weer nieuwe uitdagingen ontstaan op het gebied van slapen. Het tweeling escalatie syndroom kan een rol gaan spelen bij het in slaap vallen. Misschien overweeg je om je kinderen voortaan apart te laten slapen in plaats van samen. Probeer voor je overstapt op rigoureuze maatregelen eerst uit of het werkt om het avondritueel (nog) strakker te maken. Doe bij het naar bed brengen van je tweeling alles in een vaste volgorde en zo precies en herhalend mogelijk. Als er ruzie ontstaat over wie er meer aandacht krijgt, maak dan ook daar duidelijk afspraken over. Bijvoorbeeld: de ene dag krijgt de een als eerste kusjes en knuffels van mama, de volgende dag de ander en wijk daar niet van af. Bij ons werkte het: we kregen eindelijk weer uitgeruste kinderen.
8. Beloon doorslapen in de kleutertijd. Onlangs hadden wij weer een fase waarin onze tweeling (4,5) ineens weer regelmatig uit bed kwam ’s nachts. Nu mogen ze ons altijd wakker maken bij een enge droom of ander kleuterleed, maar het leek meer een gezellige gewoonte te worden om uit bed te komen zodra ze even wakker lagen. Omdat iedereen (zij zelf ook) daar moe van werd, besloot ik een beloningssysteem in te voeren. Na elke nacht dat ze in bed bleven tot de slaaptrainer aan ging (om zeven uur wordt bij ons ‘het konijntje wakker’) zouden ze een sticker krijgen. Bij tien stickers beloofde ik ze een ‘regenboogpannenkoek’ en bij twintig stickers een klein cadeautje. We zijn nu bij veertien stickers en de kinderen zijn sinds het beloningssysteem is ingevoerd, nauwelijks meer uit bed gekomen. Ze vinden het leuk en zijn elke keer trots als het weer is gelukt. Eén keer lagen ze ’s morgens bij elkaar in bed. In plaats van bij ons in bed te kruipen, waren ze bij elkaar in bed gekropen na een spannende droom. En een lol dat ze ’s morgens hadden, die laatste minuten voor het konijntje wakker werd! Lekker vertrouwd, net als vroeger, toen ze als baby’s in hetzelfde bedje sliepen.
Meer slaaptips voor je tweeling vind je in mijn boek ‘O jee, het zijn er twee’.
LEES OOK: 10 dingen die je wilt weten als je borstvoeding geeft aan een tweeling
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.
Hét boek voor beginnende en ervaren tweelingmoeders, vol ontroerende verhalen en handige tips.