Zo kan het ook: het positieve tweeling bevallingsverhaal van Belle (bevallen met 40+ weken)

Een tweelingbevalling zwaar? Dat hóéft niet. Belle beviel met ruim veertig weken van haar tweeling, bijgestaan door haar eigen vroedvrouw, en zit nu in haar kraamtijd op een heerlijke roze wolk. Ze deelt haar positieve bevallingsverhaal, mét foto’s.

‘Je zegt het wel meteen als het er twee zijn hè?’ De bevriende echoscopist heeft net de echokop weer van mijn buik gehaald maar ik heb het al gezien: twee vruchtzakjes in plaats van één. Mijn man herhaalt een paar keer vol ongeloof het woord ‘nee’. Ik moet keihard lachen maar dat gaat al snel over in huilen. We gingen bewust voor een derde, maar dat er nog eentje tussen zou piepen had ik nooit verwacht. Ik ben jong, zit niet in een vruchtbaarheidstraject en tweelingen komen niet voor in onze families. Het duurt dan ook een paar weken voor ik aan het idee begin te wennen.

De eerste week heb ik vooral moeite met het idee dat ik nu, omdat ik zwanger ben van een tweeling, een medisch traject in ga. Na twee fijne thuisbevallingen bij een holistische vroedvrouw verzet ik me tegen het idee van extra echo’s, controles in het ziekenhuis, geen vast gezicht en allerlei protocollen rondom een tweelingbevalling. Ik googel ‘thuisbevalling tweeling’ maar besluit dat ik me in die verhalen ook niet herken, zo erg anti-ziekenhuis ben ik niet. Ik kies ervoor om een traject met gedeelde zorg in te gaan. Ik ga wel de groeiecho’s in het ziekenhuis doen, net als de bevalling, maar voor de andere controles blijf ik bij mijn oude vertrouwde vroedvrouw. Gelukkig kan dit bij het AMC, ook vanwege het feit dat ik de meest ‘gunstige’ tweelingzwangerschap heb: beide kinderen hebben een eigen vruchtzak en eigen placenta.

De zwangerschap zelf verloopt in eerste instantie niet heel anders dan die van mijn eenlingen. Wel ben ik de eerste maanden erg misselijk en moe. En waar ik in mijn eerste twee zwangerschappen tot 38 weken doorwerkte, is het nu duidelijk nodig dat ik met 20 weken halve dagen ga werken - en met 26 weken stop ik helemaal. Dat geeft me zo veel rust en energie dat ik uiteindelijk zonder verder al te veel problemen het eind van mijn zwangerschap haal (ik schrijf zelfs nog mijn tweede boek af). Tot de laatste week lukt het me nog om regelmatig te koken en zo nu en dan mijn kinderen naar school of de crèche te brengen. Voor de rest breng ik de meeste tijd door op de bank, nog nooit eerder heb ik zoveel babytruitjes gebreid tijdens mijn verlof. Familie en vrienden komen af en toe langs met een pan eten en ik realiseer me hoeveel geluk ik heb met een man die altijd al de kinderen naar bed brengt. Tegen alle verwachtingen in blijf ik zwanger tot 40 weken en 2 dagen.

Wanneer de tweeling zich nog niet heeft aangediend met 40 weken (en ik wéér begin aan een nieuw breiwerk), krijg ik het gevoel dat het misschien wel nooit meer gaat gebeuren. Alhoewel ik het fysiek nog best uit te houden vind, krijg ik zin om mijn lichaam een zetje te geven richting een baring. Op de een of andere manier lukt het nog om seks te hebben, ik wandel anderhalf uur en overweeg zelfs ananasharten te eten. Ook vraag ik mijn vroedvrouw of ze me wil strippen. Bij mijn eerste zwangerschap deed ze dit ook met 41 weken en 3 dagen, die nacht beviel ik van ons eerste kind dus ik heb hoop maar die blijkt tevergeefs. Op tweede Paasdag (40 weken + 2 dagen) gaan mijn man en ik ’s ochtends naar het AMC voor een hartfilmpje om te kijken of de tweeling het nog goed doet in mijn buik. Onze dochters zijn bij oma en vanwege het paasweekend is het ongekend rustig in het anders zo bedrijvige ziekenhuis. De dienstdoende gynaecoloog is erg prettig en tijdens het CTG blijk ik ook al met enige regelmaat weeën te hebben. Ik heb in de afgelopen weken al zo veel voorweeën gehad dat ik niet durf te hopen dat de bevalling nu wel eens echt begonnen zou kunnen zijn. We bespreken het idee om mijn vliezen te laten breken en de gedachte dat we niet meer naar huis gaan voor onze tweeling geboren is maakt me zo vrolijk dat we besluiten mijn lichaam dat laatste zetje te geven.

Om drie uur ’s middags is er een bevalkamer voor ons gereed waar ook een bevalbad in past. De gynaecoloog is op de hoogte van mijn geboorteplan waarbij ik zoveel mogelijk op eigen kracht wil doen samen met mijn man en eigen vroedvrouw. Alleen wanneer het medisch noodzakelijk is, of op vraag van mijn vroedvrouw zal het ziekenhuispersoneel erbij worden betrokken. Ik heb de wens om, net als bij mijn eerdere bevallingen, in bad te zitten en wil liever geen kunstmatige oxytocine. Ik realiseer me dat ik meer van de zorg vraag dan gebruikelijk door buiten de vaste protocollen te gaan, dus probeer extra aardig te zijn tegen het ziekenhuispersoneel dat me zo tegemoet komt in mijn wensen. Inmiddels begin ik echt goeie weeën te krijgen en blijk ik ook al 5 cm ontsluiting te hebben wanneer mijn vliezen worden gebroken. Hierna gaat het snel. Na drie jaar ben ik vergeten hoe ‘echte’ weeën ook alweer voelen maar gelukkig kom ik al snel in de juiste flow om ze goed op te vangen. Bijna de gehele ontsluitingsfase zit ik in het bevalbad, eens in de zoveel tijd komt er een montere verpleegkundige langs met een CTG die een paar minuten tegen mijn buik gehouden wordt om de conditie van de baby’s te meten. Hoewel het toch een beetje als een onderbreking voelt, ben ik blij dat ik niet constant aan de CTG hoef. Dan herken ik een moment van rust uit mijn vorige bevallingen, de weeën nemen af en ik krijg een welverdiende pauze. Ik weet dat ik nu bijna mag gaan persen, zo deed mijn lijf het ook bij de andere baringen. En inderdaad, na een paar laatste ontsluitingsweeën voel ik langzaam de oerkracht komen die ik nodig heb om mijn kinderen op de wereld te zetten.

Na vier flinke persweeën wordt Pol’s hoofdje geboren. Ik voel mijn lijf ontladen van opluchting. Nog één wee en ik heb mijn baby. Onder water komt om 19.23 uur het glibberige lijfje van mijn eerste zoon ter wereld. Zo rustig en sereen, ik hou hem nog een tijdje onder water en vraag of hij er klaar voor is om niet meer terug te kunnen. Ik til hem boven water naar mijn borst en kus hem op zijn hoofd. Maar ik ben nog niet klaar, er moet er nog een baby uit. Vanaf nu wordt het opeens drukker in de kamer. Naast mijn eigen vroedvrouw komen nu ook de verpleegkundigen, arts en gynaecoloog binnen om de positie van ‘baby 2’ te bepalen. Ik strompel onder begeleiding uit het bad naar het hoge ziekenhuisbed en daar komt men tot de conclusie dat mijn tweede kind ondanks de eerdere gunstige hoofdligging, nu toch in stuit is gedraaid. Ik probeer op handen en knieën op het bed te gaan zitten maar opeens ontstaat er twijfel over de hartslag van mijn kind. Ze kunnen niet goed meten hoe het met hem gaat en dan nemen de dokters mijn bevalling over. Ondanks dat ik van tevoren graag wilde dat er overlegd zou worden voel ik nu duidelijk dat ik me moet overgeven aan dit stuk. Pol’s navelstreng is uitgeklopt en wordt doorgeknipt, hij gaat bij zijn vader op de blote bast. Met een perswee wordt Calle tot zijn navel geboren, zijn voeten bungelend buiten mijn lichaam. Daarna krijg ik niet snel genoeg weer een perswee. De arts zegt ‘hij moet nu geboren worden’ dus wordt het nodige duw en trekwerk verricht om hem het laatste stuk te helpen. Dit deel van de bevalling is echt zoals je wel eens in films ziet: veel mensen om het bed, blaas geleegd met een katheter, infuus geprikt voor oxytocine, de artsen duidelijk met een beetje stress. Het geheel wordt aanschouwd door mijn man aan wiens blik ik kan aflezen dat hij het ook spannend vindt. Een laatste duw en ook Calle is geboren - precies dertig minuten na zijn broer. Het ziekenhuispersoneel wil hem zo snel mogelijk afnavelen en laten checken door de kinderarts. Ik zeg op dit punt alleen nog maar ‘prima’ tegen alles wat voorgesteld wordt. Gelukkig is het mijn vroedvrouw die op dat moment vraagt waarom dat nodig is, hij doet het toch hartstikke goed? En heeft hij niet juist baat bij de extra zuurstof uit de placenta? En zo blijft ook Calle aan de navelstreng tot dat deze is uitgeklopt.

Ik krijg nog wel oxytocine om mijn baarmoeder te laten krimpen en sneller te herstellen, op mijn eigen verzoek. Om 21.00 uur worden beide placenta’s geboren waarna ik me een stuk beter voel. De jongens worden aangekleed en ik blijk gelukkig geen hechtingen nodig te hebben, ondanks de toch wat gewelddadige stuitbevalling. Om 23.00 mogen we naar huis!

De kinderen zijn geboren met goeie eenlinggewichten (3544 en 3720 gram), wat voor mijn gevoel erg bijdraagt aan hun goede start. We hebben de beste kraamzorg tot nu toe, die niet alleen in rust en vertrouwen de borstvoeding ondersteunt maar ook nog eens onze hele vriezer vol kookt en alle achterstallige was wegwerkt. Ze drinken beiden vanaf het begin goed aan de borst en na een week lukt het me om ze iedere voeding zelf samen aan te leggen. Ze drinken vanaf het begin om de drie/vier uur waardoor ik zelfs aan wat slaap toe kom. Mijn man kan de nachten doorslapen waardoor ik overdag weer regelmatig mijn bed in kan duiken terwijl hij onze vier (!) kinderen vermaakt. De eerste kraamweken zijn echt een roze wolk te noemen!

Gister werden de tweeling twee weken oud en nu schrijf ik deze blog vanuit een luie stoel in de zon in Frankrijk met een slapend jongetje op mijn borst. De dag na de kraamzorg vertrok zijn we met het hele gezin naar mijn schoonouders in Frankrijk gegaan om nog wat langer in onze kraambubbel te kunnen blijven. Als ik nu denk aan de paniek die me overviel tijdens de eerste echo dan had ik graag in de toekomst kunnen kijken om te zien hoe ik er nu bij zou zitten. Natuurlijk heb ik gehuild omdat ik de zwangerschap bij vlagen heel erg zwaar vond, en de geboorte van mijn tweede zoon liep anders dan gehoopt. Toch kijk ik er goed op terug. Misschien moet het zware gedeelte van het tweelingouderschap voor ons nog komen. Maar voor nu geniet ik enorm van mijn twee prachtige nieuwelingen en kijk ik vol vertrouwen uit naar de toekomst!

Scrol naar onderen voor de foto’s van Belles tweelingbevalling.

LEES OOK: Jolanda beviel op de wc van haar tweeling 

Belle Barbé

Belle Barbé is specialist seksuele opvoeding en schrijft boeken voor opvoeders en kinderen over seksualiteit. Ze heeft vier kinderen waarvan de jongste een tweeling is.

O jee, het zijn er twee

Hét boek voor beginnende en ervaren tweelingmoeders, vol ontroerende verhalen en handige tips.