Janneke Jonkman
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.
Een tweelingbevalling kan mooi, intiem en intens zijn. Daarom riep ik de nieuwe rubriek ‘Bijzondere tweelingbevallingen’ in het leven. Omdat ik denk dat het lezen over krachtige bevallingen inspireert en bemoedigt. In deze eerste aflevering lees je hoe Jolanda thuis op de wc beviel van haar tweeling. Helemaal zelfstandig en zonder hulp.
4.00 UUR ‘S NACHTS
Ik word wakker van kramp in mijn buik. Nu heb ik sinds de tweelingzwangerschap wel vaker last van mijn darmen. Toch kijk ik meteen op de klok. Om de twee à drie minuten heb ik heftige pijn. Ik hijs mezelf uit bed en ga de trap af naar de wc op de eerste etage. Op de wc gaan de krampen maar door en door. Nee, dit zijn geen weeën, zeg ik tegen mezelf. Ik ben pas 33 weken en 3 dagen zwanger. Toch begin ik wat spullen bij elkaar te graaien en in mijn ziekenhuistas te gooien. Na ongeveer drie kwartier lijkt de kramp wat te zakken en ga ik weer naar boven om in bed te kruipen. Maar ik lig niet lekker en ga weer staan. Dit lijkt toch wel erg op weeën.
Mijn jongste wordt wakker en moet plassen. Ik denk niet dat het mij gaat lukken om met hem naar de wc te gaan, dus ik maak Eric wakker. Die schrikt als hij mij een wee ziet opvangen. In paniek roept hij dat hij het ziekenhuis gaat bellen. Ik maak hem duidelijk dat hij gewoon met zijn zoon naar de wc moet gaan en dat we daarna wel verder kijken. Het is dan kwart voor vijf. Na een minuut of drie is Eric weer boven, ik sta weer een wee op te vangen. Om de drie minuten, roept hij. Ik heb niet eens de kracht om te zeggen dat ik in de tussentijd nóg een wee heb gekregen. We zitten dus om de anderhalve minuut.
Eric belt het ziekenhuis. Zij vinden weeën wat vroeg bij 33,3 weken, dus ik mag naar het ziekenhuis komen om aan de CTG te liggen. Ik word er boos van. Dat kán ik niet meer hoor, stil liggen op een bed aan banden en snoeren. Liggen gaat al niet meer! De pijn wordt heviger, ik ga weer naar de wc en zeg tegen Eric dat ik denk dat het al komt. Maar dat kan en mag niet. Hij belt 112 om een ambulance, want hij durft zelf niet meer met mij te rijden. Ook mijn zusje, die op de kinderen zou komen passen, wordt gebeld.
Sverre, onze jongste, drentelt om ons heen, maar laat zich niet door mij verleiden om in de speelkamer te gaan spelen of iets van speelgoed te pakken. Ik puf me suf en tussendoor praat ik tegen Eric of tegen Sverre. Dan krijg ik persdrang, ik roep het tegen Eric vanaf de wc. Voorzichtig voel ik met mijn handen. Ik voel een hoofdje! Ik weet dat ik moet zuchten, zeg dat ook in mijn hoofd tegen mezelf, maar het lukt me niet. Ik pers en heb om 5.20 uur Yrsa in mijn armen. Het is een meisje, roep ik blij.
De buurvrouw (ook gewaarschuwd omdat mijn zusje er nog niet is) loopt net samen met mijn zusje de trap op en denkt – vertelt ze later - dat ik hallucineer. Eenmaal boven ziet ze dat het echt waar is. De navelstreng zit wat om Ysra’s halsje, we halen hem van haar halsje en wikkelen Ysra in een dikke handdoek. Ze huilt even, maar kijkt dan wakker en blij en knalroze de wereld in. Eric belt 112 om te vertellen dat er één geboren is. Sverre staat verbaasd: mama plassen, beebie?
Eric is intussen bezig om de auto weer uit te laden omdat de ambulance onderweg is. Hij komt naar boven met een fototoestel. Zeven minuten na de geboorte van Ysra heb ik hem weer nodig. Ik voel de volgende baby en hij moet deze aanpakken. Yrsa zit immers nog aan mij vast met de navelstreng. Ik loos netjes een plons vruchtwater in de wc en doe een stapje naar voren. Half staand/zittend beval ik van nog een dochter: Rivka.
5.27 UUR
Ik heb er twee dochters bij!
Rivka ziet wat grauw. Met mijn pink maak ik haar mondje schoon en ze begint direct te huilen. We pakken haar goed in. Nu is het wachten op de ambulance. De buurvrouw maakt foto’s en Eric belt 112 om te vertellen dat de meiden allebei geboren zijn. En ik, ik zit op de wc met twee dochters in handdoeken in mijn armen. En ik verzucht meermaals: een tweeling en dan thuis geboren!
De ambulance arriveert. De ambulanciers zien dat Rivka zuurstof nodig heeft. Ze huilt nog steeds. Ze wordt snel afgenaveld en meegenomen naar de commode. Op Yrsa wordt een blik geworpen, zij mag gewoon bij mij blijven zitten. Het is druk op de gang. Eric heeft de kinderen wakkergemaakt en zij drentelen alledrie heen en weer tussen de commode en de wc. De ambulanciers laten hen hun gang gaan. Als het wat beter gaat met Rivka, komt de chauffeur van de ambulance om Yrsa af te navelen. Ik vraag of ik zelf de navelstreng mag doorknippen. Ik wil dat heel graag, de band met mijn ‘laatste’ kind zelf verbreken. Dat mag. Yrsa hou ik gewoon op schoot, ik hoef haar niet af te geven. Na een poosje zeg ik dat de placenta eraan komt. Ik loos die netjes in de wc. Ik ga weer zitten.
Op een gegeven moment vraagt de chauffeur of ik niet op bed wil gaan liggen. Nou inderdaad, op de wc zit ik niet echt comfortabel, besef ik ineens. Maar ons bed staat boven, daar moet ik ook niet aan denken. Eric stuitert naar beneden om een tuinstoel te pakken. Ik loop een paar passen en laat me in de tuinstoel zakken.
Dan wordt het druk, de babylance is gearriveerd. Ook deze ambulanciers werpen een blik op Yrsa en rennen door naar Rivka. Ze doen nog wat met haar en wikkelen haar in folie. Ze moet naar het ziekenhuis. Er is plaats voor de meiden in Delft, begrijp ik. Als Rivka in de couveuse ligt, komen ze Yrsa ook halen, ik moet afscheid nemen. Ook zij wordt ingepakt in folie en dan mag ze bij haar zus in de couveuse. Ik zal even later met de ambulance vertrekken.
Eerst gaat de chauffeur nog wat opruimen. Ik zeg dat de placenta mee moet naar het ziekenhuis, dus die wordt uit de pot gevist en in een emmer gedaan. De placenta is aan elkaar gegroeid, zou het dan toch een-eiig kunnen zijn? Dan moet ik de trap af. Daar zie ik erg tegenop. Maar het gaat. In de gang staat de brancard en ik word erop vastgesnoerd en naar buiten gereden. Mijn zusje, de oudste drie kinderen en de buurvrouw staan voor het raam op de eerste etage te zwaaien. Eric gaat met mij mee.
OP NAAR HET ZIEKENHUIS
De sirenes gaan aan. Ik word naar de verloskamer gebracht en klim van de brancard op een bed. Eric gaat naar de meiden en komt even later terug met foto’s. Rivka heeft het zwaar, Yrsa gaat prima. Hun gewichten zijn mooi voor deze termijn: Rivka weegt 2214 gram en Ysra 2320 gram. We krijgen een beschuitje met muisjes en thee. O, wat heb ik een honger…
De arts komt kijken en hij onderzoekt mij. Een totaalruptuur, is zijn conclusie. Ik moet onder narcose worden gehecht. Maar omdat ik een beschuitje op heb, kan dat niet. Het wordt dus een ruggenprik, die drie keer mislukt. Ook het infuus gaat niet soepel. Ik lig te balen.
Als ik eindelijk naar boven mag, horen we dat Rivka toch naar Leiden aan de beademing moet. Er is na veel heen en weer gebel ook plaats voor Yrsa en voor mij. Rivka vertrekt als eerste. Ik maak duidelijk dat ik niet wil dat de baby’s kunstvoeding krijgen. Tja, mevrouw, dat kan niet anders. Ik word boos en wil een kolf voor Yrsa vertrekt. Ik leg haar ook even aan, maar ze doet niets. Ik kolf met moeite 2 keer 40 cc. Aangezien ze 20 krijgt, heeft ze voorlopig genoeg voedingen tot ik ook bij het academisch ziekenhuis ben. Het is dan half drie ‘s middags. Negen uur na de geboorte en niemand heeft mij een kolf aangeboden. Ik vind dit een slechte zaak! Ik vind het ook raar dat ik er zelf helemaal niet aan gedacht heb. Intussen vertrekt Yrsa ook naar Leiden. Eric en ik wachten op mijn ambulance. Om 19.00 uur ben ik op de afdeling. Rivka wordt beademd en Yrsa ligt er lekker bij.
PANIEK?
Mensen vragen constant of ik in paniek was. Nee, daar was geen tijd voor. Je moet handelen en je doet dat gewoon. Op de juiste manier. En tussendoor had ik kracht genoeg om met Sverre te praten bijvoorbeeld. Nee, er was geen angst. Natuurlijk waren we bezorgd om Rivka. Maar mijn vorige tweeling is geboren met 34 weken en Jurgen was heel ziek. Ik zag aan Rivka dat het met haar minder erg was. Inmiddels is mijn bevalling alweer veertien jaar geleden. Yrsa en Rivka zitten in de derde klas van het voortgezet onderwijs. Net als de oudsten twee zijn ze twee-eiig. Rivka heeft geen enkel probleem ondervonden na haar moeilijke start. En het is een bijzonder verhaal om te blijven vertellen. Een tweeling mag niet thuis geboren worden, bovendien mag je na een eerdere keizersnede niet thuis bevallen: ik had een dubbele medische indicatie. In het ziekenhuis vroeg ik steeds wat ik moest doen als het snel zou gaan, maar dat werd steeds afgewimpeld. Erg jammer. Achteraf zeiden ze: waarom heb je de verloskundige niet gebeld… Tja, hoe had ik daaraan moeten denken? Ik heb alleen mijn eerste controle daar gehad, daarna werd ik doorgestuurd naar het ziekenhuis. En die ruptuur? Die is hersteld. Geen idee meer of dat gemakkelijk ging, ik was te druk met andere zaken, zoals zorgen dat de kinderen alleen moedermelk zouden krijgen.
Tekst en beeld: Jolanda Kemperman
LEES OOK: Bijna driekwart van de tweelingmoeders bevalt niet zoals gehoopt
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.
Hét boek voor beginnende en ervaren tweelingmoeders, vol ontroerende verhalen en handige tips.
Jolanda's kinderen nu: Kyra en Jurgen (2001), Sverre (2003) en Ysra en Rivka (2005)