‘Mijn tweeling is 10 maanden oud en de jongens naar bed brengen is een uitdaging. Ze slapen op aparte kamers, want op één kamer is een ramp. Mijn man werkt heel veel (continue 12 uurs diensten), dus ik ben vaak alleen. Voor nu doen we het nog samen, want mijn man heeft gelukkig wat nachtdiensten kunnen ruilen, maar binnenkort zal ik het alleen moeten doen. Hoe doen andere moeders dat? Ik moet per kind echt de tijd nemen om hem in slaap te krijgen. Maar als ik alleen ben, moet ik de ander laten wachten en die gaat vervolgens heel hard huilen - waar de een dan weer op reageert. Het zijn sowieso moeilijke slapers, op de opvang slapen ze ook slecht. Hoe krijg ik ze in mijn eentje in slaap?’
Een moeder die vaak alleen is
Lieve moeder die vaak alleen is, ik kan me voorstellen dat dat een uitdaging is, zeker als het zulke moeilijke slapers zijn. Waar je naartoe wilt, is dat ze zelfstandig in slaap kunnen vallen, zonder dat jij of je man daarbij hoeven helpen. Met tien maanden zijn ze oud genoeg om te starten met slaaptraining. Ook al lijken ze nu behoefte te hebben aan jullie om tot rust te komen, waar kinderen mijns inziens het meeste behoefte aan hebben, is aan een veilige structuur waardoor ze de rust uit zichzelf kunnen gaan halen. Begin dus met het bedritueel zo strak mogelijk te maken, dat wil zeggen: doe alle dingen altijd in exact dezelfde volgorde en op precies dezelfde manier als de dag ervoor. Dus niet de ene avond één verhaaltje, en de avond daarop twee verhaaltjes of een liedje. Of soms wel in bad en soms weer niet. Hoe repetitiever het ritueel, hoe meer houvast je je kinderen geeft – dit geldt trouwens ook voor je dagindeling. Niet dat je overdag altijd alles exact hetzelfde hoeft te doen, maar bepaalde rituelen – altijd op hetzelfde tijdstip een filmpje kijken, een liedje zingen vóór en na het eten – geven herkenning en veiligheid. En ’s avonds creëer je dus nog meer veiligheid door het bedritueel zo strak te maken dat het honderd procent voorspelbaar wordt. Tweelingen hebben een langere zuigbehoefte dan eenlingen omdat ze minder tijd hebben gehad om te zogen, dus nog even aan de borst, een fles en/of een speentje voor ze naar bed gaan, kun je zeker meenemen in dit ritueel. Nog even dag zeggen tegen de knuffels of bepaalde spullen in de kamer was bij ons ook onderdeel van het ritueel op die leeftijd.
Omdat je man nu nog kan helpen ’s avonds, is dit een goed moment om samen met slaaptraining te starten. Nadat je je vaste bedritueel hebt gedaan, leg je elk een kind op bed. Je geeft het een kusje, een knuffel en een aai, en vervolgens verlaat je de kamer. Als je kind begint te huilen of protesteren, kom je pas na vijf minuten terug. Je geeft je kind weer een aai, stopt ‘m lekker in, zegt ‘Het is nu tijd om te gaan slapen’ en je verlaat weer de kamer. Gaat het weer huilen, dan kom je weer na vijf minuten terug, en je doet weer hetzelfde als de vorige keer. De tweede keer doe je dit in stilte. Je man doet intussen hetzelfde bij jullie andere kind. Officieel staat er trouwens tien minuten voor het slaaptrainen van je baby, maar persoonlijk vind ik vijf minuten meer dan zat – en wij boekten onmiddellijk resultaat met de vijf minuten methode. Vind je deze methode toch te lastig dan kun je ook bijvoorbeeld een stoel in de gang bij de deur zetten, zodat je kind kan zien dat je nog in de buurt bent, maar maak dan geen oogcontact met je kind en ga pas na vijf minuten weer naar binnen om het te troosten. Er zijn methodes die aanbevelen om ook geen oogcontact te maken als je de kamer weer in komt, maar ik ben voorstander van doen wat voor jou en je kinderen het beste werkt. Waarschijnlijk is het donker in de kamer en kun je sowieso niet echt oogcontact maken. Pak ze in elk geval niet op om ze te troosten. Je baby moet juist het gevoel krijgen dat zijn bed een veilige plek is om te slapen. Houd de slaaptraining consequent een paar weken vol, tot je resultaat begint te zien. En zorg er uiteraard voor dat je zeker weet dat ze niet huilen omdat ze honger of pijn hebben.
Gaat je man weer aan de slag ’s avonds, dan zijn je kinderen als het goed is al meer gewend aan het alleen in hun bedje liggen en zullen ze minder de boel op stelten zetten als ze op hun beurt moeten wachten. Ik zou ze tijdens dat wachten eventueel wat speelgoed (zacht muziekdoosje, knuffel, of iets anders waar ze even zoet mee zijn) geven zodat ze wat te doen hebben. Maar misschien hoeft dat niet eens, want het naar bed brengen zou nu niet zoveel tijd in beslag moeten nemen. De slaaptraining zet je zo nodig voort als je alleen bent, mochten ze gelijktijdig beginnen te huilen, dan troost je na 4,5 minuut het ene kind en na 5 minuten het andere kind.
Overigens heb ik veel dingen uitgeprobeerd voordat ik definitief aanhanger werd van duidelijkheid, structuur, slaaptraining en het zelfstandig in slaap vallen. Wij hebben een fase gehad (in de peutertijd) waarbij het in slaap vallen zo moeilijk ging dat ik met beide kinderen in het grote bed ging liggen om ze in slaap te krijgen. Als wij naar bed gingen, hevelden we de kinderen over naar hun eigen bed. Reuze knus allemaal, en als je niets voelt voor slaaptraining zou dit ook kunnen werken, maar het nadeel van deze methode is dat ze eraan gewend raken en not amused zijn als ze vervolgens ’s nachts alleen in hun bed wakker worden. Gevolg: ze komen er ’s nachts voortdurend uit om jou weer op te zoeken. Uiteindelijk kwam ik weer terug bij het strakke slaapbeleid dat we gestart waren in de babytijd. Onze kinderen zijn nu vier, vallen vrijwel altijd direct in slaap en komen er ’s nachts alleen nog uit als ze moeten plassen of een enge droom hebben gehad (bijna nooit). Slaaptrainen is een kwestie van doorzetten, maar uiteindelijk heeft iedereen er baat bij. Je kinderen misschien nog wel het meest.
Wie brengt ook haar tweeling alleen naar bed en heeft nog tips voor deze moeder? Denk mee in de reacties op mijn Facebook-pagina of in mijn stories op Instagram.
LEES OOK DE ANDERE TWEELINGKWESTIES:
* 'Wel of niet nog een derde kind na de tweeling?'
* ‘Mijn tweeling bijt’
* ‘Ik hou meer van mijn ene baby dan van mijn andere baby’
* ‘Ik voel me opgesloten’
* ‘Ons bedritueel is een ramp’
* ‘Wel of geen partijtje voor jarige tweeling?’
* ‘Ik voel me verscheurd’
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.
Hét boek voor beginnende en ervaren tweelingmoeders, vol ontroerende verhalen en handige tips.
In ‘O jee, denk mee’ beantwoord ik vragen van (aanstaande) tweelingmoeders. De boeiendste vragen beantwoord ik uitvoerig in een blog. Ook nodig ik andere tweelingmoeders uit om te reageren in de reacties op mijn Facebook-pagina en in mijn stories op Instagram.
De vraagsteller blijft anoniem. Stel dus vooral de vragen die je aan niemand anders durft te stellen. Je mag me álles vragen - zolang het tweelinggerelateerd is. Vragen die verband houden met je partner, (schoon)moeder of collega's mogen ook, zolang ze óók over je tweeling gaan. Hoe uitvoeriger je je vraag formuleert, hoe beter ik kan antwoorden.