Tweelingkwestie van de week:
‘Ik voel me opgesloten’

‘Ik heb vier kinderen: een van 9, een van 6 en een tweeling van net 1. Sinds we de tweeling erbij hebben, ben ik niet meer de moeder die ik wil zijn. Bij mijn eerste twee kinderen was ik van de ‘attachment parenting’, maar dat lukt niet met de tweeling. Veel mensen zeggen dat je wat pragmatischer moet zijn met een tweeling, maar dat voelt vaak slecht. Ook kom ik nauwelijks meer aan mezelf toe. Ik heb behoefte aan ruimte voor mezelf, maar het is voortdurend passen en meten wat lukt en niet. ’s Avonds ben ik meestal te uitgeput om nog weg te gaan – of ik heb het gevoel dat ik mijn partner er te veel mee belast. Ik vind het soms echt niet leuk meer, ik voel me opgesloten.’
Een moeder van vier

Lieve moeder van vier,
Ook al heb ik geen vier kinderen, ik herken je worsteling. Ik had deze al met alleen de tweeling, laat staan als je nog twee kinderen hebt die ook aandacht willen - en jezelf kunt vergelijken met de moeder die je hiervóór was. En dan wil je ook nog graag een ‘attachment parent’ zijn, waarschijnlijk de meeste intensieve opvoedstijl die er bestaat. Je kind veel dragen, zo lang mogelijk borstvoeden, je voortdurend in het kind verplaatsen, co-sleeping – als je een tweeling hebt (plus twee kinderen!), kan dit alles veel energie van je vragen – misschien wel te veel energie. Zelf vind ik van de acht principes van attachment parenting nummer acht het belangrijkste: ‘streef naar balans tussen je privéleven en het gezinsleven’. Zou het kunnen dat je de andere zeven principes van attachment parenting meer aandacht hebt gegeven dan die achtste? Als je het mij vraagt, zou die achtste juist het leidende principe moeten zijn: je kunt alleen schenken uit een volle kan. Als je vaak in dienst van je kind probeert te staan zonder je af te vragen hoe dat voelt voor jóú, dan ben je niet zozeer je kind aan het voeden, als wel jezelf aan het uitputten. Kinderen leren het meest van jouw gedrag, en je wilt ze waarschijnlijk niet leren hoe ze zichzelf later moeten wegcijferen. Kortom: laat attachment parenting je inspireren om een liefdevolle ouder te zijn, maar pas de principes toe naar jouw behoeften. Jouw behoeften zijn net zo belangrijk als die van je kinderen – de kunst is om een gezonde balans te vinden tussen die twee. En nu je vier kinderen hebt in plaats van twee, is dat een ander soort balans dan eerst. Dus: voelt het fijn voor jou om je kind te dragen, samen te slapen of tijd te nemen om je te verdiepen in de achterliggende emoties achter de driftbui? Doe dat dan gerust. Maar voel je niet schuldig als je het niet kunt opbrengen. Zeg dan: ‘Mama, houdt heel veel van jou, maar ik heb nu wat ruimte voor mezelf nodig.’ Heb je een pasgeboren baby, dan werkt dat uiteraard nog niet, maar ik heb gemerkt dat ik mijn kinderen tussen de tien à vijftien maanden langzaam steeds iets meer kon laten wennen aan het feit dat ik niet voortdurend beschikbaar voor ze was. Dit proces van meer ruimte gaan innemen voor jezelf, kun je zo rustig doorlopen als voor jou goed voelt. Het hangt ook af van je kind: het ene kind is aanhankelijker dan het andere. Is je kind erg gewend aan jouw voortdurende aanwezigheid, dan kan het misschien in opstand komen tegen jouw behoefte aan meer ruimte voor jezelf. Is er iets wat je kind zelfvertrouwen kan geven om de overgang makkelijker te maken? Misschien kan het slapen met een kledingstuk van jou bij zich, is er een liedje waar het rustig van wordt, of kun je het door middel van milde slaaptraining laten wennen aan jouw afwezigheid. En dit klinkt misschien tegenstrijdig, maar af en toe een-op-een-momentjes met elk van de tweeling doorbrengen (bijvoorbeeld in het weekend, op een moment dat het jullie uitkomt), kan ook hun zelfvertrouwen versterken. Ik merk zelf dat alles goed uitleggen voor mijn kinderen het beste werkt. Vertel ze gewoon dat ze nu groot genoeg zijn om in hun eigen bedje te slapen bijvoorbeeld en hoe jullie dat gaan aanpakken – en voer je wijzigingen en beloften vervolgens consequent door.

Door je kinderen meer op eigen beentjes te laten staan, zal er langzaam maar zeker ook wat meer ruimte komen voor jou. Ze gaan leren dat ze ook zelf dingen kunnen oplossen – of ze gaan elkaar helpen om dingen op te lossen. Stel jezelf dagelijks de volgende vraag: ‘Waar heb ík behoefte aan?’ En kijk of je daar ruimte voor kan maken – al is het maar een halfuurtje op een dag. Zelf vond ik één jaar ook een goede leeftijd om af en toe oppas in te schakelen. Of misschien kunnen de grote kinderen – of juist de tweeling – af en toe uit logeren. Vier logees tegelijk onderbrengen is waarschijnlijk lastig, maar twee lukt misschien wél. Als je het nog te moeilijk vindt om je kinderen uit handen te geven aan een oppas, kun je ook een ‘oppashulp’ zoeken die jou of je partner af en toe komt helpen zodat de ander een avondje vrij kan nemen. Zelfs een meisje van een jaar of dertien kan al helpen met luiers verschonen, voedingen of een badje - of de oudste kinderen voorlezen en naar bed brengen. Dat hoeft niet duur te zijn (3,50 per uur zou haalbaar moeten zijn), waardoor je het met enige regelmaat zou kunnen doen. Dan kun jij eens iets voor jezelf doen zonder je schuldig te voelen naar je partner toe – en vice versa. Regelmatig tijd voor jezelf nemen kan echt het verschil maken tussen je uitgeput of opgesloten voelen en weer opgeladen. Ben je ’s avonds na het eten te moe, dan kun je vóór die tijd al de deur uitgaan om met iemand (of alleen) te eten, op een werkdag met iemand lunchen, of een keer ’s middags in je eentje naar de film gaan – of waar jij dan ook maar blij van wordt. Maar ook kleine dingen waar je niet het huis voor uit hoeft kunnen bijdragen aan het opladen van je batterij: een halfuur met een boek in de tuin zitten, tien minuten mediteren voor je gaat slapen, een bad nemen. Als je regelmatig iets doet waar je energie van krijgt, levert het je waarschijnlijk meer tijd op dan het je kost.

Wie voelt zich nog meer wel eens opgesloten en heeft nog andere tips voor deze moeder? Denk mee in de reacties op mijn Facebook-pagina.

LEES OOK DE ANDERE TWEELINGKWESTIES: 
* ‘Ons bedritueel is een ramp’
* Wel of geen partijtje voor jarige tweeling?
* ‘Ik voel me verscheurd’

Fotografie: Gabriel Crismariu (Unsplash), HeatherWilson, Eugene Kukulka, Kyle Potocki, John Penman II, Stella Gioulou, Yoko Nagler (reshot.com)

Janneke Jonkman

Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.

O jee, het zijn er twee

Hét boek voor beginnende en ervaren tweelingmoeders, vol ontroerende verhalen en handige tips. 

Hierna lezen:

Ik deed een week zonder Whatsapp, Facebook, Instagram en tv - en DIT gebeurde er

Heb je ook een prangende tweelingvraag?

In ‘O jee, denk mee’ beantwoord ik vragen van (aanstaande) tweelingmoeders. De boeiendste vragen beantwoord ik uitvoerig in een blog. Ook nodig ik andere tweelingmoeders uit om te reageren in de reacties op mijn Facebook-pagina en in mijn stories op Instagram.

De vraagsteller blijft anoniem. Stel dus vooral de vragen die je aan niemand anders durft te stellen. Je mag me álles vragen - zolang het tweelinggerelateerd is. Vragen die verband houden met je partner, (schoon)moeder of collega's mogen ook, zolang ze óók over je tweeling gaan. Hoe uitvoeriger je je vraag formuleert, hoe beter ik kan antwoorden.

Stel hier je tweelingvraag