Feuilleton over de avonturen die ik beleefde vóór ik kinderen had, om te vieren dat ik mezelf al 20 jaar schrijver mag noemen. Met de ‘best of’ van mijn vorige website jannekejonkman.nl: elke dag een nieuwe oude blog, zolang de voorraad strekt.  

Gat in de bank

Mijn bovenbuurman is een schichtige Jordanees met beginnende Korsakov, van wie ik al die tijd dacht dat hij tegen de honderd moest lopen, tot hij me laatst vertelde dat hij ‘al bijna zestig is’. Af en toe sluipt hij het huis uit en weer in, waarna hij altijd de deur tweedubbel op het nachtslot doet, ook al is het overdag.

            ‘Wil je de deur overdag openlaten?’ vroeg ik hem laatst. ‘De intercom doet het anders niet en dan moet ik elke keer als ik bezoek krijg, naar beneden lopen.’
            Hij keek me glazig aan.
            ‘Weet je wat het is?’ zei hij. ‘Ik heb nooit bezoek. Ik hoef de mensen niet bij me thuis. Ik zoek hén wel op. En weet je wat het ook is? Die junks, hè, die zijn zo binnen. Even een pasje tussen de deur, en hup.’
            ‘Maar ze gaan hier overdag toch niet staan inbreken?’
            ‘Jawel, hoor. Even een pasje, en hup. Niemand ziet het. Ik heb er een keer één in mijn huis gehad, hè. Stond zo in de kamer. Nou, die heb ik eruit gejaagd, hoor. Een heel gevecht was het. Ik ben voor niemand bang. En verkrachtingen, die heb je hier ook. Twintig jaar geleden nog hier achter het huis. En die liquidaties, hè. Maar die junks zijn het ergst.’

Meestal houdt de buurman zich verscholen in zijn huis, maar afgelopen week liep hij op een avond met een enorme zaklamp over de gang. Zijn kat was kwijt. Omdat het luik naar het dakterras openstond, wist hij zeker dat de kat naar buiten was gevlucht.
            ‘Maar wij hebben daar de hele tijd gezeten. Dat zouden we wel gezien hebben.’
            ‘En jij denkt dat jij dat ziet? Katten zijn snel, hoor, en onzichtbaar. Die schieten zo langs je heen en dan springen ze van het dak af.’

Ons pand is het hoogste in de straat. Zelfs om van ons dak naar een volgend dak te springen, moet een kat al een sprong van tien meter in de breedte en twintig meter in de diepte maken.
‘Ik denk niet dat hij van het dak af is gesprongen.’
‘Jawel, hoor. Dat heeft hij al eerder gedaan. Vond ik hem beneden op straat. Maar ik ga het beneden wel vragen, ik ken iedereen hier.’

De volgende dag vroeg ik of zijn kat al terecht was.
            ‘Ja, gelukkig wel. ’s Nachts hoorde ik een soort gepiep uit de bank komen. Hij had natuurlijk een gat in de bank gegraven, en nu kon hij niet meer weg. Ik heb meteen de bank open gezaagd. Maar hij zat er niet in. Heel vreemd.’
            ‘Behoorlijk,’ beaamde ik.
            ‘Later kwam hij ineens tevoorschijn. Ik weet niet waar hij vandaan kwam.’ Hij staarde langs me heen de gang in. ‘Maar ik denk toch dat hij een gat in de bank had gegraven.’

Amsterdam, 10 september 2005

*****

Het schijnt dat alle organismen op aarde een bepaalde functie vervullen, maar van muggen is die me nooit helemaal duidelijk geworden.

LEES MEER  

Janneke Jonkman

Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.