Waarom tweelingmoeders twee keer zoveel koffie nodig hebben

Tweeling is druk, drink koffie

Zie je een moeder twee koppen koffie tegelijk drinken? Kan niet missen: dat is een tweelingmoeder. Want dubbele gebroken nachten vragen om dubbel zoveel dubbele espresso’s.

Tijdens mijn tweelingzwangerschap kon ik de geur van koffie niet verdragen. De smaak ook niet trouwens. Wegens brandend maagzuur dat ergens in het tweede trimester kwam opzetten, dronk ik alleen nog lattes nocaf, oftewel glaasjes warme melk. Mijn man dronk zijn koffie buiten op straat, tussen de rokers. Vlak voor de bevalling van de tweeling was hij mijn tijdelijke afkeer van koffie even vergeten en nam hij slaperig een middernachtelijk bakje ziekenhuistroost aan van de verpleging. Of hij even zijn tanden wilde poetsen, anders kon ik niet bevallen, wist ik er tussen de weeën door uit te persen. Nee, tweelingzwangerschap en koffie zijn geen gouden combi.

Tweelingmoederschap en koffie gaan echter hand in hand. Want zodra de baby’s niet meer samen trampolinespringen op je slokdarm, is dat brandend maagzuur voorgoed verleden tijd. De smaak van koffie heb je intussen zó gemist en je bent zó uitgeput van het een maand of zeven à acht rondsjouwen van twee baby’s in je buik, terend op glaasjes warme melk met crackers, dat je een beetje baalt dat er geen shots cafeïne in je ziekenhuisinfuus zitten. Want in ruil voor het maagzuur heb je weliswaar twee schattige baby’s cadeau gekregen, ze zetten het regelmatig om beurten – of gelijktijdig – op een brullen, bij voorkeur ’s nachts als je probeert te slapen. Wat doe je dus zodra je, eenmaal zielsgelukkig thuis, om half vijf ’s morgens beneden komt met wallen tot op je knieën en twee klaarwakkere baby’s die dit keer niet huilen maar gewoon gezellig aan de dag willen beginnen? Je maakt een kop koffie voor jezelf. Die je vervolgens vergeet op te drinken, want drie minuten later heeft baby 1 zeven kleuren van de regenboog gepoept en baby 2 de kat ondergespuugd. Dus iedereen weer schoonpoetsen en dan is het alweer etenstijd. Nee, niet voor jou, maar voor de baby’s die om beurten aan de borst willen of gelijktijdig aan een fles. En je kunt veel, maar tegelijkertijd warme koffiedrinken lukt dan weer niet. Maar dan! Als de baby’s geboerd hebben en je ze lang genoeg rechtop hebt gehouden, kun je ze naast elkaar op het speelkleed of in de box leggen. Dolle pret natuurlijk, en dus snel je weer naar het koffieapparaat voor ze elkaars speen te pakken hebben gekregen. En ja, dan zet je niet één maar twee koffie, want die eerste van de dag had je immers gemist. Of drie. Kan gewoon zo in het sportbidon van je man en dan snel naar binnen klokken. Want de baby’s zijn intussen, zie je uit je ooghoeken, in slaap gevallen op het speelkleed, precies als je man gapend naar beneden komt stiefelen en beweert dat hij moe is. Natuurlijk maakt hij óók nog de laatste koffiecup op, maar goddank komen die tegenwoordig per abonnement en zie je nog net op tijd de nieuwe envelop met koffie op de deurmat liggen. Dat scheelt weer een echtelijke ruzie. Nog maar een koffie voor de schrik dan. O nee, wacht, je probeerde een babyschema uit een boekje aan te houden, dus aan jou de taak om je schatjes over te hevelen naar hun tweelingwieg zonder dat er eentje wakker wordt die vervolgens weer de ander wakker maakt. Als het lukt, beloon je jezelf met een warme douche en nog maar een warme koffie – misschien een decaf dit keer vanwege de borstvoeding? Lukt het niet, dan sla je de douche over en wordt het koude koffie. Want de grootste uitdaging van de dag komt nog: je baby’s gebadderd en aangekleed en al met schone luiers in de tweelingwagen zien te krijgen, zodat je een ommetje kunt lopen. Want dat schijnt te helpen bij dat schema dat je je baby’s probeert op te leggen. En je begrijpt niet dat niet elke tweelingwagen standaard is uitgerust met een cupholder, want als het lukt om de deur uit te komen heb je zomaar kans op een paar rustige minuten waarop je al wandelend nog een paar slokken koffie had kunnen drinken, mits iemand er dus aan gedacht had om die bekerhouder te monteren. Gelukkig kun je op mindere dagen – na, zeg, een nacht die bestond uit drie blokken slaap van elk tweeëntwintig minuten – altijd nog rechtstreeks op zo’n koffiecup kauwen.

Je hebt trouwens ook moeders die de babytijd reuze mee vinden vallen, maar behoor jij tot die gelukkigen die twee recordslapers van baby’s baren, dan kan de peutertijd nog rauw op je dak vallen als tweelingmoeder. Want peutertweelingen, dat is een slag apart. Daar kom je om andere redenen weer bijna niet de deur mee uit, bijvoorbeeld omdat ze in de supermarkt allebei een andere kant op lopen, of op het lumineuze plan komen om samen dozen eieren uit het schap te trekken. Maar thuis, daar is gelukkig dan toch weer je koffieapparaat, inmiddels veilig opgesteld op de afzuigkap, de enige plek in huis waar je behendig klauterende peuters niet bij kunnen. Dus sta je in de loop van de dag weer op de huishoudtrap aan de afzuigkap je koffie te slurpen terwijl je je peuters voor Peppa Big hebt geparkeerd. Gelukkig kan zoveel koffie drinken tegenwoordig allemaal met een schoon geweten, want je duurzame koffiecups kunnen – als je tenminste dezelfde hebt als wij – na gebruik direct op de composthoop. Dat scheelt weer een boel plastic soep in de wereld waarop je je kinderen hebt gezet. En het is ook nog eens veel beter dan buiten de deur proberen ergens koffie te drinken, want de paar keer dat ik dat probeerde met mijn tweelingpeuters, was ik meestal bezig mijn peuters uit de lege koffiekopjes van andere koffiedrinkers te vissen, hoewel ze zich soms ook vermaakten met lege wijnglazen en gebaksvorkjes. Waarna ik beschaamd de openbare gelegenheid verliet na het drinken van anderhalve slok koude koffie en het eten van de taartkruimels die mijn peuters op mijn bord hadden achtergelaten. Nee hoor, gewoon lekker thuis, op die huishoudtrap. Koffie is koffie.

Hoe drinken jullie je koffie?

LEES OOK: Dit heb je nodig in een tweeling kraamtijd: steun en chocola

Beeld: pvproductions via freepik

Janneke Jonkman

Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.