
Janneke Jonkman
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.
Aan alle tweelingouders van ondeugende dreumesen en peuters met dubbele driftbuien: even een hart onder de riem voor jullie in deze crisistijd. Jullie doen het super!
Lieve ouders van tweelingen onder de 4,5 jaar,
Ik weet het: voor álle ouders is deze tijd een uitdaging. We moeten thuiswerken en thuisonderwijs combineren, zorgen dat onze kinderen zich niet doodvervelen, we kunnen geen stoom afblazen in de kroeg of op de yogamat en we moeten onze eigen emoties zo zien te sturen dat onze kinderen er geen last van hebben. Maar vandaag wil ik jullie extra in het zonnetje zetten: de ouders die nu thuiszitten met een tweeling van onder de 4,5 jaar. Die van mij zijn nu bijna vijf en ik kan hier best verklappen dat ik de afgelopen jaren mede heb overleefd dankzij de opvang, mijn werk en de oppas. Natuurlijk heb ik ook genoten van de hectiek die een tweeling met zich meebrengt, maar met een kop koffie achter mijn laptop of met mijn man samen in een restaurant, voelde ik me weer even normáál. Want tjonge, wat kunnen ze af en toe pittig zijn, de dagen met een baby-, dreumes- of peutertweeling. Iedereen die een tweeling heeft, kent waarschijnlijk wel het Tweeling Escalatiesyndroom. Huilt de een, dan begint de ander zo mogelijk nóg harder te huilen. Besluit een van de twee in zijn onderbroek een koprol op tafel te maken, dan kan de ander natuurlijk niet achterblijven. Begint er eentje te slaan, dan gaat de ander bijten. Enzovoort. En dan heb ik het nog niet eens over de nachten waarop er dubbel wordt gespookt. Plus de dubbele tandjes die doorkomen, de dubbele ongelukjes met de potjestraining, dubbele waterpokken – ik heb zelfs een eeneiige tweeling gezien die in één week allebei een arm brak.
Mijn tactiek in de babytijd bestond eruit dat ik bijkwam op de dagen dat ze naar de opvang waren. In alle rust een stukje tikken of even een verkwikkend comadutje tussen de middag. In de dreumestijd was mijn overlevingsstrategie: heel veel naar buiten. Honderd keer van de glijbaan, lange stukken fietsen, geitjes aaien op de geitenboerderij en lekker buiten boterhammen eten op een bankje in de zon. Alles om te zorgen dat binnen de muren niet op ons afkwamen en het huis niet werd gesloopt. In de peutertijd ontbrak het me aan een goede strategie. Er waren dagen dat ik einde van de middag huilend in een hoekje zat. Dat ik uit pure wanhoop mezelf maar een time-out gaf op de mat in de gang. Uiteindelijk bracht een dag extra opvang de balans die we nodig hadden om het thuis gezellig te houden. Want in het gezelschap van anderen gedroegen mijn kinderen zich altijd wél voorbeeldig. Thuis moesten ze dan weer stoom afblazen en gingen soms alle remmen los. Een strak dagritme en belachelijk consequent zijn, bracht wel enige soelaas, maar als de tweelinggekte eenmaal uitbreekt, kun je op je kop gaan staan, dan helpt er echt geen lieve moedertje aan.
En nu lieve tweelingouders, kunnen jullie op geen van mijn overlevingsstrategieën terugvallen. Jullie moeten zoveel mogelijk binnen blijven, en kunnen niet bijkomen terwijl je kinderen bij de opvang of de oppas zijn. En dan moet er ook nog gewerkt worden thuis. Misschien zijn er zelfs nog oudere kinderen die thuisonderwijs nodig hebben. Intussen vraag je je bezorgd af of iedereen wel gezond blijft of spelen er misschien financiële zorgen. Gelukkig zijn er ook een paar lichtpuntjes. Als je geluk hebt, is je partner thuis, en kunnen jullie de taken verdelen. Je kinderen missen waarschijnlijk hun vriendjes niet; ze hebben immers elkaar, en je hoeft je niet schuldig te voelen als ze een tijdje geen of weinig aandacht krijgen. Misschien wordt er zelfs minder gevochten en geruzied thuis omdat je kinderen minder prikkels te verwerken krijgen, en zijn ze nu hechter dan ooit. En als al je dierbaren nog gezond zijn, besef je natuurlijk heel goed wat een zegen dat is - en dat maakt alles relatief. Maar dat wil niet zeggen dat het niet af en toe ook een opgave kan zijn, hele dagen thuis zitten met een drukke tweeling. Houd je vast aan de gedachte dat het op een dag weer makkelijker wordt. Ooit sta je weer met je dreumesen of peuters op de geitenboerderij en kunnen ze weer honderd keer van de glijbaan. En ooit zijn ze ouder dan 4,5 en kunnen ze een uur lang onafgebroken bezig zijn met een kleurplaat, het bouwen van een hut, of het kammen van elkaars haar. Mijn kinderen zijn nu bijna vijf en een groot deel van de dag heb ik werkelijk geen kind aan ze.
Maar zover is het nu nog niet en daarom wil ik zeggen: jullie doen het super. Voel je niet schuldig als je kinderen meer schermtijd krijgen dan normaal, je je partner afsnauwt, schreeuwt tegen je kinderen en als het je niet lukt om regenbogen te krijten of tekeningen te versturen aan eenzame 75-plussers. Als het huiswerk van de oudste niet af komt en jullie om de dag ovenfriet uit de vriezer eten. Je hebt alle recht om te balen en je soms wanhopig te voelen. Probeer als je een partner hebt, allebei wat een-op-een-tijd in te lassen met elk van je kinderen, al is het maar dat de een even het vuilnis buiten gaat zetten met het ene kind, terwijl de ander een wasje vouwt met het andere kind. Richt een time-out plek in voor jezelf en je partner, waar je in een kussen kunt slaan, desnoods wat oud servies kunt stuk gooien of op je tanden kunt bijten. En geef je kinderen permissie zich uit te leven op een manier waarop ze dat normaal niet mogen. Die van mij mogen momenteel rolschaatsen in de woonkamer, maar je kunt ook denken aan: één muur in huis reserveren om op te verven en te kliederen, het oud papier in stukjes scheuren en er een nest voor de vogels van maken, één keer per dag luidkeels het poeplied zingen, met houten lepels op de pannen trommelen (doe oordopjes in), blote-billen-disco, of een oud matras in de kamer leggen dat ze als trampoline mogen gebruiken.
Het klinkt misschien gek, maar sinds mijn kinderen naar school gaan, miste ik regelmatig onze thuisblijfdagjes. Ontbijten in de pyjama’s, het gekwebbel als ze aan het spelen zijn, of de momenten dat ze weer iets nieuws hebben geleerd. Zat ik op mijn werkdagen ineens weemoedig filmpjes terug te kijken uit de tijd dat ik de uren soms zat af te tellen. Want zitten je kinderen eenmaal op school, dan weet je de helft van de tijd niet eens wat ze aan het doen zijn. En hoewel het fijn is dat je dan weer meer tijd voor jezelf hebt, moest ik regelmatig slikken dat ik ze weer moest uitzwaaien terwijl ze huilden dat ze veel liever thuisbleven. Laten we er dus vooral maar het beste van maken. Daarmee bedoel ik niet dat we nu de perfecte ouders moeten zijn: het is al knap genoeg dat we ons hier allemaal doorheen slaan. Deze fase, de coronacrisis die niemand had zien aankomen en die nog weken, zo niet maanden gaat duren, is misschien wel de moeilijkste fase die we tot nu toe hebben doorgemaakt als ouders. Wees lief voor jezelf en onthoud: ook deze fase gaat voorbij.
Liefs,
Janneke
LEES OOK:
Hulpdienst voor tweelingmoeders tijdens coronacrisis
21 tips om met peuters of kleuters de coronacrisis door te komen
Openingsfoto: @marjoleinpleijsier
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.
Hét boek voor beginnende en ervaren tweelingmoeders, vol ontroerende verhalen en handige tips.